Het vertrouwen in de politiek daalt verder en kiezers verwachten weinig verbetering
- Nieuws
- Het vertrouwen in de politiek daalt verder en kiezers verwachten weinig verbetering
Een groot deel van de Nederlandse kiezers heeft weinig vertrouwen in de politiek. Ook verwachten ze niet dat het na de komende verkiezingen beter wordt. Dat blijkt uit een Prinsjesdagonderzoek van Ipsos I&O in opdracht van de NOS. Asher van der Schelde, senior onderzoeker bij Ipsos I&O, vertelt erover in het NOS Radio 1 Journaal.
Vertrouwen in landelijke politiek daalt verder
Video niet beschikbaar
Had vorig jaar nog 44 procent van de ondervraagden een beetje tot veel vertrouwen in de politiek, nu gaat dat nog om 29 procent.
Ook over de economische toekomst is een groot deel van de ondervraagden pessimistisch: 44 procent denkt namelijk dat de economische situatie van ons land het komende jaar zal verslechteren. "Eigenlijk zie je dat het vertrouwensniveau ligt op hetzelfde niveau als de afgelopen jaren, behalve vorig jaar. Toen was die een stuk hoger", aldus Van der Schelde.
Migratie en woningmarkt
Dat het vorig jaar hoger was, komt doordat vooral mensen met een laag of middeninkomen meer vertrouwen kregen. "Deze stemden bij de vorige verkiezingen BBB of PVV en die mochten ineens meeregeren. Dat zorgde voor meer vertrouwen." Het vertrouwen is weer afgenomen, omdat het vorige kabinet geen succes was. Onder de aanhang van de PVV daalde het vertrouwen van 50 naar 14 procent. Onder BBB-kiezers ging dit van 57 naar 13 procent. VVD'ers zijn nog het positiefst: onder hen daalde het vertrouwen van 73 naar 53 procent. Ook is er relatief veel vertrouwen in de politiek bij kiezers van D66 (51 procent) en GroenLinks-PvdA (50 procent).
Dit past ook bij de thema's die kiezers opgeven als belangrijk. "Het gaat om migratie, de woningmarkt, maar ook zorg. Daar hebben kiezers geen vertrouwen in." Onder de kiezers van PVV (87 procent) en JA21 (92 procent) is de onvrede over immigratie en asiel het grootst. Daarnaast geven kiezers aan dat ze ook geen vertrouwen hebben in politici zelf. "Ze zijn alleen met zichzelf bezig en volgens Nederlanders leidt dat tot stilstand", aldus Van der Schelde.
Functioneren kabinet
Slechts 15 procent van de ondervraagden is tevreden over het demissionaire kabinet. Dat is hetzelfde als in april, toen het volledige kabinet-Schoof er nog zat. Kiezers vinden het kabinet niet stabiel genoeg. De val van het kabinet heeft daarop dus weinig invloed. Demissionair premier Schoof is bij 86 procent van de ondervraagden bekend. Hij krijgt als rapportcijfer gemiddeld een 5,1.
Er is ook gevraagd of kiezers denken dat het gaat verbeteren. Ongeveer een vijfde van de kiezers denkt dat het na de verkiezingen beter gaat in de politiek. Het overgrote deel denkt dus dat het na de verkiezingen blijft zoals het nu is. Ook is er veel verdeeldheid over de spreidingswet. Het aantal mensen dat deze wet wil behouden is ongeveer gelijk aan het aantal dat de wet wil intrekken.