Opinie & Commentaar
VPRO

'De Boscreool had altijd aan het kortste eind getrokken'

foto: Nelleke Noordervliet
  1. Nieuwschevron right
  2. 'De Boscreool had altijd aan het kortste eind getrokken'

De afgelopen week was de bestorming van de Nationale Assemblee in Paramaribo groot nieuws. In haar OVT-column herinnert Nelleke Noordervliet zich hoe ze op reis in Suriname een vader en zoon ontmoette. Afstammelingen van de marrons, die grote dromen hadden. Het is de vraag of ze die hebben kunnen verwezenlijken, de armoede en corruptie in het land indachtig.

Van Zanderij naar resort

In april 2010 vlogen we met Blue Wing Airlines van vliegveld Zanderij naar een plaatsje in het binnenland van Suriname. We moesten even wachten omdat er een belangrijk drugstransport voor Desi Bouterse aankwam, maar toen klom de kleine bromvlieg, die een paar weken later zou verongelukken, toch naar een hoogte waar de bomen de vertrouwde aanblik van een kist broccoli aannamen.

We landden als klassieke missiepaters op een strip hobbelig gras en werden, terwijl het vliegtuigje alweer was opgestegen naar een volgend reepje gras, naar de rivier geleid, waar een bootje klaarlag dat ons naar het resort op een eiland in de Surinamerivier bracht. 'Resort' doet onmiddellijk denken aan enge all-inclusive vakantieghetto's, maar leek in dit geval op de originele betekenis van het woord: 'toevluchtsoord'. Eenvoudige huisjes, een heerlijk afdak met hangmatten, een simpel restaurant. De per korjaal aangevoerde goederen werden gemoedelijk gelost door jongens in vrolijke t-shirts. Stilte verder, alleen het geluid van de ruisende rivier.

Marron

Op ons eiland troffen we een jonge gids, die ons op een boottocht en een wandeling over het eiland meenam. Stefan heette hij. Hij was een Marron, of Boslandcreool. Ik weet niet welke term het beste is. De benamingen van de verschillende bevolkingsgroepen zijn nog altijd delicaat. Stefan had hbo-bosbouw en toerisme gedaan, hij wist verschrikkelijk veel van alles om ons heen, en was trots op zijn kennis en op zijn land. Wij vonden dat zijn land trots op hem mocht zijn.

Hij gaf ons het adres van een restaurant in een buitenwijk van Paramaribo, dat onze volgende reisbestemming was. Zijn vader was er ober. Er waren weinig gasten toen we het restaurant bezochten en dus was er tijd voor een gesprek met Stefans trotse vader. Die vertelde zijn zinnen te hebben gezet op een stuk oerwoud aan de rivier nog voorbij de Jodensavanne, waar vroeger zijn voorouders, weggelopen slaafgemaakten, bijeen werden gedreven om te worden terugbezorgd bij hun meesters. Daar wilde hij een bedrijf beginnen, deels plaats van herinnering, deels resort. Hij had alle benodigde papieren en bankgaranties, zijn kinderen ook. Al zes jaar kreeg hij nul op het rekest, terwijl Chinezen uit China, let wel, alles voor elkaar kregen, en met Chinees materieel en Chinese arbeiders asfaltwegen aanlegden van nergens naar nowhere. De Boscreool had altijd aan het kortste eind getrokken. Er stonden tranen in zijn ogen.

Steeds als het over Suriname gaat, zoals nu weer, over onlusten, armoede, en corruptie denk ik aan Stefan en zijn vader en hoop ik dat ze hun 'resort' hebben kunnen verwezenlijken. Maar ja, vanaf mei 2010 kregen ze weer tien jaar 'Boef Bouterse'.. Arm Suriname.

Niets missen van OVT?

Hou dan de website van OVT in de gaten, abonneer je op de podcast, of volg het programma via Facebook en Twitter.

Ster advertentie
Ster advertentie