Opinie & Commentaar
VPRO

Column Ellen Ombre: Palestijn in Suriname

foto: Duy Quoc
  1. Nieuwschevron right
  2. Column Ellen Ombre: Palestijn in Suriname

Ellen Ombre raakte tijdens haar verblijf in Paramaribo met een bijzondere heer aan de praat in Jeruzalem Bazaar aan de Saramaccastraat. Hij bleek de eigenaar te zijn van een speciaalzaak in pangistoffen. Na enig aandringen vertelde Iwan El Wanni meer over zijn afkomst. Het verhaal van de Palestijnse Surinamer is tekenend voor het mini-universum Suriname, waarin bevolkingsgroepen uit alle windstreken vrijwillig of gedwongen verzeild zijn geraakt, zegt Ombre in haar column voor OVT.

De column van Ellen Ombre

Ik kom uit leerzaam Suriname, qua bevolking het universum in miniatuur, ontstaan en gevormd door een voortdurende vrijwillige en gedwongen trek van mensen met wortels in Europa, Afrika, Amerika, Azië, het Midden-Oosten.

Op mijn twaalfde vertrok ik naar Nederland, in 2005 reisde ik terug naar Suriname op zoek naar gegevens over de vestiging van Sefardische joden in de Gouden Eeuw en de Afrikanen die zij in slavernij hielden op hun plantages. Beide bevolkingsgroepen behoren mogelijk tot mijn voorouders. Het resultaat van moeizaam onderzoek is verwerkt in mijn boek LAST, dat onlangs werd gepubliceerd.

Tijdens mijn verblijf in Paramaribo raakte ik in Jeruzalem Bazaar aan de Saramaccastraat met een heer aan de praat. Hij bleek de eigenaar van de speciaalzaak in pangistoffen. Ik hield hem voor een chique jood. Hij droeg glanzend gepoetste Van Bommelschoenen, een zwarte bandplooi pantalon en een kraakwit overhemd. Maar Iwan El Wanni was een Palestijn. Hoe raakte hij in Paramaribo verzeild? Dat werd hem als geboren Surinamer nooit gevraagd. Ons gesprek meanderde. Of ik een zekere Gretta Duisenberg kende. Ik moest hem teleurstellen. Hij schoof met zijn schoenzolen over de vloer, keek op zijn horloge en verontschuldigde zich. We wisselden adresgegevens uit.

Na enig aandringen mailde hij me een kort verslag over het ontstaan van zijn Surinamerschap.

In 1931 ontstond tumult aan boord van een schip dat de haven van Paramaribo was binnengevaren. Een verwarde passagier die Engels noch Frans sprak, weigerde van boord te gaan.

De kapitein riep de hulp in van een Libanese zakenman uit de havenbuurt. Jozef Nassief kalmeerde de man, kreeg te horen dat deze Mohamed El Wanni afkomstig was uit het Palestijnse Marda. Hij had passage betaald in Jeruzalem en de bus genomen naar Beirut. Nu was hij via Marseille op weg naar verwanten in Zuid-Amerika. Op het reisbureau in Jeruzalem had hij getekend voor de bestemming met het symbool P. In Peru woonde een neef die hem zou opvangen.

De Libanees stelde de wanhopige Palestijn gerust, bood hem onderdak, haalde hem over in Suriname te blijven, regelde de nodige bescheiden en verschafte hem werk.

Het ging Mohamed voor de wind. Een jaar later liet hij zijn broer Mustapha overkomen. Geholpen door Nassief begonnen ze een stoffenzaakje.

Toen de staat Israël in 1948 in Palestina werd uitgeroepen haastte Mohammed zich naar Masra om zijn grond met olijfgaarden veilig te stellen, en reisde terug naar Suriname vergezeld van zijn dochter en schoonzoon. Dit werden de ouders van Iwan die ik in Jeruzalem Bazaar had ontmoet. Ze kregen zes kinderen.

Iwan El Wanni ontwikkelde zich mettertijd, samen met zijn broer Humbert tot eigenaar van een grote handelsonderneming.

Hij zou graag naar Marda reizen om familiedocumenten te verzamelen. Het vernederende optreden van de Israëlische grenspolitie weerhoudt hem, voedt haatgevoelens jegens de zionisten die eeuwenoude olijfgaarden met bulldozers ontwortelden en het land confisqueerden. Hij schrijft hartstochtelijk over Palestina, maar opgelucht dat hij daar niet woont.

Ellen OVT

Niets missen van OVT?

Hou dan de website van OVT in de gaten, abonneer je op de podcast, of volg het programma via Facebook en Twitter.

Ster advertentie
Ster advertentie