Politici dienen feiten en meningen te verbinden
- Nieuws
- Politici dienen feiten en meningen te verbinden
[EO] Vaak genoeg heb ik in columns of commentaar politici bestraffend toegesproken als zij zich weer eens niet aan de feiten hielden. Als Jan Roos of Thierry Baudet met droge ogen beweren dat het associatieakkoord automatisch leidt tot het EU lidmaatschap van Oekraïne slaan bij mij de stoppen door. Wie denken zij wel dat zij wegkomen met liegen?
Luuk van Middelaar tikte mij echter in het NRC-Handelsblad van 31 december op de vingers. Hij legde uit dat de verhouding tussen politiek en waarheid niet zo eenvoudig is als de tegenstanders van feitenvrije politiek suggereren. Politiek gaat namelijk niet over de absolute waarheid. Sterker nog, democratie moet beschermd worden tegen mensen die menen een monopolie op de waarheid te bezitten.
Hannah Arendt legt het mooi uit in Waarheid en politiek (1967). Machthebbers kunnen vaak de verleiding niet weerstaan om waarheden die hen niet uitkomen te ontkennen of te verdraaien. Dat betekent dus dat de waarheid tegen de politiek bescherming behoeft. Tegelijkertijd verdient de democratie bescherming tegen absolute waarheid. Democratie leeft immers van debat. Mensen komen op basis van dezelfde feiten soms tot verschillende meningen en dat is volstrekt legitiem. Er ontstaat pas een probleem als mensen met absolute waarheidspretenties mensen met een andere mening niet in hun waarde laten. Theocraten, mensen die vinden dat God regeert, kunnen in een democratie hun opvattingen ventileren maar dan dienen zij wel respect te hebben voor mensen met een andere overtuiging.
Betekent dit dat feiten er niet meer toe doen? Nee natuurlijk niet. Feiten worden geïnterpreteerd en uit de selectie en toetsing van waarden ontstaat een politiek oordeel maar daaronder liggen wel onomstotelijke feiten. De stelling dat de gemeenschappelijke markt ons land geen economische groei heeft opgebracht en dat wij om die reden de EU zouden moeten verlaten is in strijd met wetenschappelijk onderzoek waaruit het tegenovergestelde blijkt.
Het blijft dus cruciaal dat politici proberen om feiten en meningen te scheiden en als zij dat niet doen hierop aangesproken worden. Helaas is dit niet zo eenvoudig. Zowel bij de feiten als bij de meningen is er iets vreselijks misgegaan. Denkers als Nietzsche en later Foucault hebben elke waarheid als een construct of machtsaanspraak afgedaan. Zo ontstond er identiteitspolitiek. Elke groep zijn eigen perspectief. Je lidmaatschap van een bepaalde groep bepaalt ook je perspectief. Het ging er niet meer om wat je doet maar om wie je bent. Je lidmaatschap van een bepaalde groep bepaalt je waarheid.
Trump doet het ook
Interessant genoeg doen Trump en Poetin hetzelfde. Als mensen er niet in slagen om hun leugen als feit te presenteren dan kan men altijd nog zeggen dat het hier een mening betreft. Macht bepaalt dan wat waar is.
Mensen die een hekel hebben aan feitenvrije politiek hebben echter ook een probleem. Politici die zich beroepen op feiten en hun beleid technocratisch verdedigen doen net alsof er geen keuze meer bestaat waardoor waardeoordelen achter elk beleid verborgen blijven.
Wij hebben dus last van twee problemen. Er zijn politici die leugens verkopen als een mening waardoor feiten geen rol meer spelen en er zijn politici die zeggen dat er geen alternatief bestaat omdat zij de feiten aan hun kant hebben en meningen er dus niet meer toe doen. Men zou zelfs de stelling kunnen verdedigen dat de feitenrijke maar meningsarme politici de feitenvrijheid hebben veroorzaakt. Er bestaat immers wel degelijk een alternatief. Er bestaan immers wel degelijk keuzes en het is cruciaal dat die met waarden in verband worden gebracht.
In wetenschap gaat het om kennen en weten. In de politiek gaat het om oordelen en overtuigen. Max Weber legde uit dat een wetenschapper de stap van de bestudering van het zijn naar een oordeel hoe het zou moeten zijn niet wetenschappelijk kan rechtvaardigen. Een term als beleidswetenschap is een contradictio in terminis.
Politici kunnen zich dus niet op een wetenschappelijke waarheid beroepen maar schetsen op grond van feiten en ervaringen een toekomstvisie en proberen daar steun voor te winnen. Daarbij dienen zij de moed op te brengen om feiten te respecteren en niet alles als een mening voor te stellen. Het gaat om oordelen en dat is niets anders dan een poging om feiten en meningen met elkaar te verbinden. In dat proces gaat het om pluraliteit en tegenspraak, niemand heeft een monopolie op de waarheid. De toekomst is wel degelijk open en het resultaat van keuzes die uiteindelijk gebaseerd zijn op waarden.
Zelf oordeel vellen
De kiezer kan dan in het stemhokje zelf een oordeel gaan vormen. Wat is wenselijk en wat is mogelijk? Waar te beginnen? Misschien met hernieuwde aandacht voor het menselijk vermogen feit en mening te verbinden: de oordeelskracht. De politiek is niet het domein van kennen en weten. Ze is het domein van oordeel en overtuiging. Politici oordelen, zoals rechters en artsen. Zonder houvast aan een wetenschappelijke waarheid doen zij op grond van feiten en ervaringen een voorstel voor een toekomst en pogen daar steun voor te winnen. Hun gebrek aan houvast is geen tekortkoming, maar een erkenning van de open toekomst en dus van de menselijke vrijheid. De kiezer wil kunnen kiezen, ook hij velt een oordeel. Hij kiest in het stemhokje niet tussen feiten of meningen, maar tussen oordelen over wat wenselijk en mogelijk is.
Laten we hopen dat tijdens de komende verkiezingsdebatten politici worden aangepakt die leugens de status van een mening geven. Ons land betaalt wel degelijk een hoge prijs als wij de EU verlaten. Laten we eveneens hopen dat politici ook worden aangepakt als zij beweren dat er geen alternatief is voor hun beleid. De eurozone kan wel degelijk gereorganiseerd worden. De toekomst is open en die openheid dient te worden beschermd tegen absolute waarheidsaanspraken.
Arend Jan Boekestijn is commentator bij Dit is de Dag.