Opinie & Commentaar

Een steekje los

foto: EPAfoto: EPA
  1. Nieuwschevron right
  2. Een steekje los

Ja, ik moet bekennen dat ik opgebleven ben, de hele nacht nog wel, om de Australische tennisspeler Nicolas Hilmy Kyrgios te zien spelen tijdens de US Open. Het gebeurde afgelopen week en ik heb er geen seconde spijt van gehad. Ik moest wel een extra dag-tukje maken op de dag na de idioot verlopen wedstrijd die de Aussie speelde tegen de vormelijke, altijd hyper-serieus ogende Roberto Bautista Agut, een Spanjaard die de wedstrijd moeiteloos won.

Naar toptennis kijken is niet eens een heimelijk genoegen waar ik stiekem voor uit durf te komen, het is een passie geworden. Niet dat ik alles van Kyrgios wil of moet zien, maar als de mogelijkheid zich voordoet... Graag.

Deze week was het weer zo’n bonte avondtrein van fabelachtige shots, verbale ontsporingen, idioterieën, als het expres slordig weggooien van handdoeken, ruzies met de scheids, idiote opmerkingen die hij zomaar de lucht in slingerde, wangedrag en soms ook nog oogverblindend fraai tennis. De Spanjaard, laat dat duidelijk zijn, bleef rustig (zo te zien) en won: 6-3, 6-4 en 6-0.

Hij was de pias

Kyrgios had zich weer eens van zijn slechte kant laten zien, maar kreeg (het is werkelijk waar) in de partij het grootste deel van het Amerikaanse publiek vet achter zich en verliet onder applaus de baan. Hij was de pias, zij het publiek.

Merkwaardig, nietwaar en ook wel weer niet, want tennispubliek van over de hele wereld heeft iets met deze thans 26-jarige man die al lang geen topspeler meer is, maar het wél zou kunnen zijn. Of moeten zijn. Wat de kwestie was dit keer waardoor hij ontspoorde, waardoor het publiek ineens vreselijk op zijn hand was, waardoor de scheids met 'warnings' moest komen? De plaats van de handdoek in de wedstrijd. Daar begon het mee.

Omdat er in New York strikt aan strenge Covid-19 regels wordt gehouden, mogen ballenjongens en meisjes en anderen op het veld de handdoeken die de spelers en speelsters gebruiken, niet aanraken.

Het zijn de sportmensen zelf die verantwoordelijk zijn voor het meenemen, telkens weer, van de grote, witte handdoeken. Die handdoeken kunnen dan in bakken gedeponeerd worden aan de achter-zijkant van de baan waar de betrokken atleet bezig is. Dat is een simpele regel, iedereen kent het en heel velen, behalve Kyrgios, houden zich daaraan. Het is een fluitje van een cent immers je eigen handdoek op te pakken, mee te nemen, even in die bak te leggen en verder te spelen na een minuut of wat gezeten te hebben.

Een groot zweter

Het was die avond/nacht in New York stomend heet en iedereen had daar last van. Zwetende spelers, zwetend volk op de tribunes en Kyrgios is een bekend groot zweter.

Hij moest de hele wedstrijd deppen en deed dat. Als hij uitgedept was, als hij zijn handen gedroogd had, als hij de grip van zijn racket behandeld had, wierp hij heel vaak met grote nonchalance de handdoek weg; laat ik zeggen ongeveer in de richting van de bak aan de kant van de baan. Vaak ook fladderde een doek verder, waarna de stoelscheidsrechter, Carlos Bernardes, een joviale man die niet vervelend streng tegen de Aussie optrad, maar hem eerder vaderlijk de weg wees, wel op moest gaan treden.

Duidelijk hoorbaar (tussen het tennis door) riep Kyrgios dat hij hier in New York was om tennis te spelen en niet als handdoekopruimer bezig te zijn. Luidkeels: "Ik verdom het om al die extra meters af te leggen... Dit is niet mijn werk, laat anderen dat doen."

Na wat scheidsrechtelijke tussenkomsten werd het een verbaal gevecht waarbij de Australiër flink buiten zijn oevers trad en het woord 'fucking' diverse malen, luid en hoorbaar over de baan smeet.

Het tennis inmiddels was van een zeer hoog niveau geweest in de eerste vier games van de eerste twee sets en was ineens naar een bedenkelijk niveau gevallen, alleen omdat de opstandige Kyrgios de smoor inkreeg en zichzelf niet meer in de hand hield. Hij vloekte, tierde, raasde en sloeg zo nu en dan ook nog werkelijk ongekend mooie shots langs de Spanjaard die dit alles rustig aanzag en in zijn 'eigen zone' bleef.

Onderhands serveren

Tussen al dat gemopper en 'sarren' door had Kyrgios ook de lachers en onwetenden weer achter zich gekregen door (let wel) vijf maal onderhands te serveren. Vijf maal overigens in het net, maar hij bleef er, pestend, mee doorgaan.

Toen hem aangezegd werd dat de handdoekenregel bij de wedstrijd hoorde, riposteerde hij: "Als ik nu moet poepen, hoort dat volgens mij ook bij de wedstrijd, of niet soms?" Wat moet je dan als scheidsrechter zeggen? Hoe moet je handelen?

Kyrgios sleepte er allemaal voorbeelden van spelers bij die voor langere tijd de baan verlieten om zich om te kleden (natte kleding) en ongestraft 12 minuten van de baan vertrokken, hij keerde werkelijk zijn hele vuilnisbak met rommel om, schold, tierde: "Ik moet die 'fucking' handdoek overal neer kunnen leggen waar ik wil!"

Toen de scheids antwoordde: "Door Covid-omstandigheden is de handdoeken-regel in New York 'part of the game' geworden en daar moet jij je ook aanhouden,” kreeg hij een snauw terug: "Ik ben tennisspeler."

De Kyrgios-antwoorden waren scherp, venijnig, brutaal en deden de partij bepaald geen goed. Hij haalde voorbeelden aan van spelers die, zittend op hun bankje 'betrapt waren' tekstberichtjes van hun coaches te ontvangen en te lezen, van speelsters en spelers die, ridicuul lang, zich gingen douchen en verkleden tussen set 2 en 3 in, van lange medische time-outs die buitenproportioneel waren, van, inderdaad, deelnemers die 'even gingen poepen' tussen de sets in... "And that’s all part of the game?", riep Kyrgios boos.

Daaroverheen gooide hij ook nog: "I don’t like playing tennis at fucking midnight." (Mind you: 6 uur in de ochtend in Holland en ik keek nog steeds).

Een weerzinwekkende 6-0

Kyrgios raasde door, toonde soms ook fluisterend mooi spel, prachtige passeerslagen, snoeiharde services, maar ook vette afzwaaiers, boze missers, nog meer schelden en verloor de derde set met de weerzinwekkende 6-0 cijfers.

Verbaasd zag ik dit alles aan. Hier was weer eens die authentieke sportplurk bezig. Een, zo leek het, getraumatiseerd mens. Zoals ik vaker van hem gezien had. Boos op de wereld, kwaad op zichzelf, briljant hier, stupide daar. Tennis spelen kan hij als de beste, maar nogal vaak zit er ergens in zijn hoofd een schroefje los. Ja, hij heeft al psychologische ondersteuning en hulp gezocht en gekregen en nee, dat hielp niet.

Overal ter wereld heeft hij dagen/avonden dat de stoppen doorslaan en hier, op Flushing Meadows (vertaling: de weide van Vlissingen; ooit, eeuwen terug, eigendom van een Nederlandse boer-landverhuizer), was het weer eens zo'n avond.

Neen, het is niet prettig om een sportend mens zo, voor eigen ogen, zien te degeneren. Het werd, op enig moment zelfs zielig. Hij wist zich geen uitweg meer te vinden in zijn knoeiwerk, zijn tennis leek in de derde set nergens meer op en hij 'tankte' zich de wedstrijd uit, sloeg ballen 6 meter uit, gromde, vloekte en verdween. Onder gejuich en applaus, want, hoe vreemd het klinkt, het (vooral) Amerikaanse tennispubliek geniet van zulke optredens. Daar betalen ze graag voor.

Weer eens te veel

Deze uitgave van een sportief wanoptreden was echter weer eens te veel.

Hoe goed hij ook kan spelen (let wel: hij is een speler die in zijn allereerste confrontaties met Federer, Nadal en Djokovic wist te WINNEN!!!), hoe briljant hij toernooien en belangrijke partijen won en verknoeide, hoe geliefd hij bij de dames is, hoe graag toernooidirecteuren hem in huis halen, hoe groot zijn 'faux pas' ook zijn, hij overspeelde op deze avond alle handen die hij had. Hij smeet met handdoeken, raasde en droop af. Fucking this and fucking that.

Ooit kreeg hij, bij het toernooi van Cincinnati, een boete van 113.000 dollar. Ook omdat hij overkookte. Het interesseerde hem niet. Een tijd later stond hij aan het hoofd van alle Australische tennissers die geld inzamelden voor slachtoffers van de heftige bosbranden in eigen land. Hij doneerde per geslagen ace een bedrag van 200 dollar en ging, sociaal bewogen, alle anderen voor. Dat dus ook. Hij deed het spontaan en met zijn hart.

Afkopen? Wellicht, want Nick Kyrgios heeft vele gezichten, vele karakters ook. Zijn hoogste positie ooit op de tennisladder? Achttiende, meen ik. En hij zou toch zoveel beter kunnen... Of toch niet?

McEnroe

John McEnroe heeft hem ooit verbaal de wacht aangezegd: "Clean up your act, man. Dit heeft niet met tennis te maken." Maar McEnroe zei er tevens bij: "Als ik in het hele circuit van nu een speler zou willen coachen zou dat Kyrgios zijn. Hij kan zo goed worden."

Nick Kyrgios, zoon van een Griekse vader die huisschilder was en een (let op) Maleisische prinses die afstand deed van haar koninklijke titel, afkomstig uit Canberra, fan van de Boston Celtics en Tottenham Hotspurs, beddengenoot van menig jong toptennisspeelster-in-spe, entrepreneur met cryptomunten, bezitter van ongeveer 10 miljoen dollar op de bank, wonend op de Bahama's, is wie hij is: een (soms) sportplurk.

Hij heeft zichzelf niet in de hand en wordt dan een zielig mens binnen een mooie sport. Streng Grieks katholiek opgevoed, veganist, geestig, ruw en vervelend. Dan ook weer serverend met een enorme snelheid, waarna hij betoverend zachte dropshots loslaat.

Blingbling, Nike, dure koptelefoons, extravaganza, NBA-adept, warrig, steengoed en kotsvervelend om mee te maken. Ik zag het afgelopen week gebeuren in de donkere Nederlandse nacht terwijl u sliep. Vandaar deze tekst.

Download de NPO Radio 1-app

Met onze app mis je niks. Of het nou gaat om nieuws uit binnen- en buitenland, sport, tech of cultuur; met de NPO Radio 1-app ben je altijd op de hoogte. Download 'm hier voor iOS en hier voor Android.

Ster advertentie
Ster advertentie