Mart Smeets: En altijd weer die vraag…
- Nieuws
- Mart Smeets: En altijd weer die vraag…
Hoe vaak is dat al niet voorgekomen de laatste tijd. Er gebeurt iets vreselijks op de wereld en de volgende dag wordt er ergens aan sport gedaan, een concert gegeven, een voordracht gehouden.
De volgende dag staat de hele wereldbevolking minus de slachtoffers op en gaat aan de slag.
Hoe?
We nemen het nieuws tot ons, zijn geschokt, hebben met afgrijzen beelden gezien en verhalen gehoord. Over doden, over de schrik die ergens elders ter wereld, tot diep in de mensen huist en ja, het leven gaat door.
De bakker staat ’s ochtends te bakken, de piloot gaat naar zijn vliegtuig en de wielrenner pakt zijn fiets. De verslaggever geeft verslag, de minister-president spreekt in zwaar omfloerste woorden, de familie van de slachtoffers weent.
Vrijdag, zaterdag, zondag en tot vandaag is Frankrijk officieel in rouw. De loodzware erfenis van “weer” een aanslag op het toch zo fraaie, vrije leven in het land van Marianne, komt snoeihard aan.
We verwerken de berichten, de beelden en kijken de volgende dag naar fietsende mannen.
Er wordt, als een soort van vergoelijking, geroepen dat “de reclamekaravaan zonder geluid te maken doorrijdt”. Het is een excuus om verder te gaan, het zijn woorden slechts, want nooit doe je het in zo’n geval goed.
Had de Tour passen op de plaats moeten maken? Neen, riep de ASO, men maakte een aangepast programma en liet de startvlag vallen. Het leven gaat door, de Tour gaat door, er is die avond weer een winnaar en dan huldigen we met de billen tegen elkaar en een gedeukte ziel.
Na die avondbeelden gaan we ons ding doen, tot blijkt dat ze de boel in Turkije aan het bederven zijn.
Spannend, veel verhalen, prachtige radio-uitzending van de NPO op Radio1 (dat mag ook weleens gezegd worden) en als het zaterdag wordt, blijken er in Turkije ettelijke malen meer slachtoffers te zijn gevallen dan in Nice.
De ene dode is de andere niet, hoor je dan. Gesneuveld omdat een “gek” met een huurvrachtwagen op de massa inrijdt is nog geen dode door het vuur en kogels van muitende militairen, nietwaar? Maar waar is de ramp groter? En mag je met die gedachten spelen? Ga je vergelijken, ga je lijstjes maken van aantallen slachtoffers?
Wat als er straks een grote overstroming in China duizenden slachtoffers eist…stoppen we dan met leven?
Het leven gaat altijd door. De wereld wordt wakker. In Moskou tennissen de Nederlandse mannen bijzonder matig, in Polen en Frankrijk fietst men; er zijn braderieën, concerten, podia staan open, er wordt op terrassen gegeten, er wordt gedanst, in Boston slaat Xander Bogaerts een fraaie homerun, elders praten mensenkenners in praatprogramma’s hun kennis en gevoel de wereld in.
Moeten we de boel maar platleggen als er dit soort gebeurtenissen over ons heen valt? Moeten we constant sombere muziek op radiostations draaien, met zachte stem spreken, niet huldigen, geen teken van opgewekt leven aan een ander vertonen?
We staan op boulevards en op bergen met microfoons in de hand en melden wat er gebeurd is. Anderen gaan in Haarlem naar honkbal kijken en hopen op een fijne middag of avond. We houden, als wereldbevolking, ons adem in: waar gebeurt het volgende bewijs van gangreen in onze samenleving?
Hoeveel doden zijn er te betreuren bij een volgende bomaanslag? Waar gebeurt die? Ver van ons bed? Dichterbij? Op Bali, in Dallas? Dat is ver weg hoor. Daar staan we nauwelijks voor en bij stil.
Nice kwam dichtbij, dat vonden de mensen van de Tour ook. Was het echter in San Remo gebeurd, net over de Italiaanse grens, had er dan ook een stille reclamekaravaan door de Tour gereden?
Turkije is al weer wat verder, de volgende autobom in Bagdad doet ons onze schouders ophalen. Wat? 45 doden. Ok, maar ik ga op maandagavond toch echt naar het Concertgebouw. Om naar de Beatles Nederlandse stijl te luisteren.
De wereld draait immers door. We staan heel even stil, verwerken, passen onszelf en onze daden ietwat aan en gaan door. Iedere dag weer.
Rampen, moorden, oorlogen, doden…we doen wat we moeten doen: verder leven. Zo goed en zo kwaad als het gaat.
Dus fietsen we ook door, net zoals we verder werken in de zorg of bij de NS, zoals we moeilijke ooroperaties uitvoeren, zoals we treuren en verliefd worden, boos, teleurgesteld of wat dan ook zijn. De bloemist opent ook vandaag zijn winkel. Hij verkoopt rode rozen voor een verliefde man of witte lelies voor een begrafenis van een oud omaatje.
C’est la vie.
Maar het valt soms niet mee dat leven echt goed te begrijpen. En het generale antwoord is bepaald niet:” De reclamekaravaan rijdt vandaag zonder blèrend geluid te maken.”
Een antwoord?
We weten het gewoon niet.