Opinie & Commentaar

Kopenhagen

  1. Nieuwschevron right
  2. Kopenhagen

Waarom ik wel de eerste helft van Denemarken-België heb gezien en niet de tweede speeltijd van Nederland-Oostenrijk? Ja, dat zijn vragen aan jezelf, waar (soms) moeilijk een antwoord op te geven valt.

Zag ik het ineen zijgen van Christian Eriksen “live” op de kijkbuis? Neen. Vooraf had ik waarschijnlijk andere dingen gekozen te doen, anders dan naar voetbal te kijken. Ik las erover op internet en zag later de summiere herhalingen. Die beelden waren toen (in de herhaling dus) keurig ontdaan van sensatie en erger. Ik zag ze in stilte en sloeg ze op.

Zulke zaken gebeuren overal: bij een derde divisie dames handbalwedstrijd, bij senioren hockey en blijkbaar dus ook op hoog internationaal voetbalvlak; tijdens een Europees kampioenschap. Pijnlijk, maar waar. De mens is en blijft kwetsbaar.

Waarom ik het grootste deel van dit uitgebreide voetbaltoernooi tot nu toe aan me voorbij heb laten gaan?

Bezigheden buitenshuis kan ik aanmerken als belangrijkste reden, maar ik kan ook stellen: "Omdat het merendeel van het programma me niet of nauwelijks interesseert."

En helemaal kan ik stellen dat ik een zeer matig televisiekijker ben als het om dagelijkse kijkuren gaat. Met een kleine veertig minuten per dag gemiddeld is het wel gepiept en soms met nog veel minder.

Maar waarom zat ik dan wel klaar op de avond dat de ploegen van België en Denemarken het veld opliepen? Aangetrokken door 'sensatiezucht' of was het journalistieke interesse naar hoe de Denen deze minuten invulling gingen geven?

Dat laatste toch.

'Hallo Frank, even de mond dicht'

Ik kwam niet bedrogen uit: het werd tamelijk droog en zakelijk opgedist. Heel even dat grote shirt op het veld, daarna de luid meezingende Deense spelers, het Belgische cadeau in de vorm van een gekadreerd shirt met handtekeningen, en even later, 1-0 voor Denemarken; blijkbaar had één der Belgen niet goed begrepen hoe deze ceremonie van de tiende minuut al in minuut twee uitgevoerd werd en volgde er een tweede geschenk; aardig, maar niet voorzien, neem ik maar aan.

Die tiende minuut was indrukwekkend en daarvoor keek ik en keken hoogstwaarschijnlijk heel, heel erg veel mensen meer. Applaus als bindmiddel voor ons allen; om te duiden dat we als mens kwetsbaar zijn, ook als jong en voetbal-spelend mens.

Die zee van rode shirts verwarmde en ik wilde eigenlijk alleen maar geluid uit dat stadion in Kopenhagen horen en zei ineens tegen mijn televisietoestel: "Hallo NOS, hallo Frank, even de mond dicht, daar vraagt dit moment om", maar omdat ieder vogeltje anders gebekt is, ging Frank Snoeks over tot de verhaalmodus.

Dat was zijn keuze.

Beelden laten spreken

Ik had het anders gedaan, ik had gezwegen als het graf en de beelden laten spreken, maar, zoals gezegd: een ieder vult dat moment volgens eigen regels in.

Die hele eerste helft van die wedstrijd was overigens een tamelijk genot om naar te kijken, wat ik ook deed. Sport zoals sport bedoeld is; vol overgave en passie ingevuld door vooral de Denen die zichzelf overtroffen en een heleboel van hun aanwezige voetbalinhoud in drie kwartier op soupeerden.

In de rust keek ik heel even naar het VRT voetbal-babbel-programma waar alle aanwezigen een weinig van de kook waren: het spel van de Rode Duivels werd flink de maat genomen, maar omdat de hele sportwereld compassie had met de Deense ploeg werd het ook door deze aardschauvinisten van buren gedoogd.

Later die avond begreep ik dat België als ploeg was opgestaan en tamelijk eenvoudig had gewonnen; iets dat je, met een beetje kijk op zaken, toch ook wel zag aankomen.

Sparta- Heerenveen of zoiets

Cadeautjes en/of goedmakertjes van enige allure komen in deze wereld immers niet voor, hoewel de actie van die luizige verdediger van de Belgen daar toch wel ernstig op leek.

Omdat het overgrote deel van de middagwedstrijden van dit voetbal-EK geprogrammeerd is voor oude van dagen huizen, vakantiegangers en onverbeterlijke voetbalfans die de opstelling van Zuidelijk Macedonië zelfs uit hun hoofd weten op te zeggen, ben ik er nog niet in geslaagd in de warme middagen die passeerden, naar voetbal te gaan kijken.

Beter zo, begrijp ik uit de commentaren, want het niveau is vaak gelijk aan wedstrijden uit het middengedeelte van de Nederlandse competitieranglijst: Sparta-Heerenveen of zoiets.

Het vreemde deed zich op donderdagavond voor toen Oostenrijk en Nederland speelden en beide ploegen hun uiterste best deden aan het niveau Sparta-Heerenveen te ontkomen, maar daar nauwelijks in slaagden.

Heus, ik ben vaderlander genoeg blij te zijn met de zege van de Oranjeploeg, maar of ik heb zitten genieten van het spel?

Neen dus en dat laatste wrikt.

Het kijken naar Oranje onder Frank de Boer heeft iets in zich van verplicht eerst door de vestigingen van Jumbo, Albert Heyn en Aldi lopen en onze karretjes vol te gooien en dan te hopen dat De Boer maar niet Frank Lammers zal opstellen in de spits naast Memphis.

Ik zag de eerste helft van Frankrijk-Duitsland en een kwart episode van Italië en dat smaakte naar meer, daar zat steeds een gedachte achter het puur mannelijke spel dat vol overgave werd uitgevoerd: goed, snel, gemeen, soms even vervelend, licht overdreven en toch vol klasse.

Toegeven

Nou hoor een criticaster al roepen "Ja, maar jij, Smeets, vindt alleen NBA basketbal maar goed." En dan roep ik terug: "Ik deed deze week een late nachtwedstrijd tussen Milwaukee en de Brooklyn Nets en zag zulk tergend slecht spel van Milwaukee dat ik er bij tijden onpasselijk van werd; wat een prutuitvoering van goed betaalde profs." En ja, in woord zette ik me, als verslaggever, tegen die wel heel matige kwaliteit ook af, zoals ik dat bijna iedere week wel een keer doe. Neen, ik hoefde niets en niemand en ook de sport niet te sparen: als er niet goed gespeeld wordt, dan moet je dat ook kunnen zeggen. Ik geef toe, het is niet makkelijk, maar het hoort bij je vak; ook al zwemt iedereen in dit land in Oranje opblaaszwembadjes.

Dus ben ik blij dat ik niets bij voetbal hoef te zeggen. Ik kies delen van wedstrijden om slechts naar te kijken en constateer dat ik nog heel weinig goeds heb gezien.

Op zulke momenten, als je een klein tussenbalansje opmaakt, val ik dan in die grote Oranje poel van verkeerde reclames en andere ongein, ons opgediend door 'tout Hilversum&omstreken' Het moeten aanzien van die smakeloze Oranje warwinkel aan alles wat je aan 'goedkoop' doet denken geeft een normaal levend mens toch koppijn waar geen paracetamol tegenop kan, ook al komt Willem-Alexander op bezoek in zo’n Oranje wasstraat.

Het voldeed

Nogmaals…waarom dan wel bewust ingeschakeld en gekeken naar de eerste minuten van Denemarken-België? Sensatiezucht? Neen, dat zeker niet, want dat zit helemaal niet in me. Het was omdat ik wilde zien hoe de regisseur ter plekke, hoe de hoofdrolspelers en hoe het aanwezige publiek met de situatie omgingen. Hoe gaan wij mensen om met momenten in ons leven als we ergens bij stil staan wat een overweldigende afdruk heeft nagelaten toen we het met zijn allen meemaakten?

Voldeden de pregnante beelden van dat elftal aan stoere Denen dat daar in de prachtige avondzon van Kopenhagen een breed corridor van stugheid, baarden en voor ons onverstaanbaar gezang voor de wereld neerlegde?

Ja, plus die snelle score van de Denen.

Dat was een toevallige toevalligheid, maar op een of andere manier kwam die treffer voor ons allen in de sportwereld op een heel juist moment. We werden ineens even allen Deen.

Plus die tiende minuut dus, maar daar had ik het al over. De Christian-minuut dus. Om voor iedereen die toekeek duidelijk te maken dat ons leven er is om te leven, om elkaar te helpen en ondersteunen en om zo soms eens verdraaid goed te kunnen zwijgen en na te denken over "ons leven".

Ster advertentie
Ster advertentie