Voorraadplicht voorkomt het medicijntekort niet
- Nieuws
- Voorraadplicht voorkomt het medicijntekort niet
Het kabinetsbeleid om medicijntekorten tegen te gaan, blijkt niet effectief. Dat concludeerde de Algemene Rekenkamer gisteren na eigen onderzoek. Sinds 2023 zijn groothandels verplicht extra voorraden aan te leggen om tijdelijke tekorten op te vangen. Maar dat blijkt niet afdoende te zijn. Cédric van der Kuy, voorzitter van de Vereniging Jonge Apothekers, maakt zich zorgen over de gevolgen van oplopende tekorten. "Ik denk dat we niet altijd de optimale zorg kunnen bieden door tekorten", vertelt hij in De Nieuws BV.
Video niet beschikbaar
Ewout Irrgang van de Algemene Rekenkamer licht toe hoe ernstig de situatie momenteel is – al is dat lastig exact vast te stellen. "Er zijn eigenlijk geen concrete cijfers", zegt hij. Toch zijn de signalen uit de sector duidelijk: er is sprake van grote tekorten. "We weten van apotheken dat 5 miljoen mensen wel eens een recept moeten halen voor medicijnen waar tekorten aan zijn", vertelt hij. Over het algemeen verlaten deze mensen de apotheek niet met lege handen: vaak krijgen ze een vervangend merk voorgeschreven.
Systeemprobleem
Maar dat is ook waar het systeem kwetsbaar is, legt Van der Kuy uit. "Er zijn simpelweg minder fabrikanten die de Nederlandse markt bedienen." Tien jaar geleden waren er gemiddeld 3,4 aanbieders per geneesmiddel; nu zijn dat er nog maar 2,6. Een oorzaak ligt bij het systeem waarin zorgverzekeraars bepalen welk merk wordt verstrekt - en vergoed. "Het is een moeilijk systeem. Zeker als een groot deel van de zorgverzekeraars dezelfde fabrikant aanwijst."
Daarbij komt dat een groot deel van de medicijnproductie zich buiten Europa bevindt. Productie- of leveringsproblemen kunnen daardoor sneller ontstaan, en door het afgenomen aantal aanbieders is het lastiger om tekorten op te vangen. Mede daarom werd eerder besloten dat apotheken een verplichte voorraad moeten aanhouden. Volgens Irrgang wordt deze verplichting echter onvoldoende gecontroleerd. Bovendien proberen apotheken vaak zélf al een extra voorraad op te bouwen, vaak meer dan wettelijk vereist. "Dan maakt die voorraadverplichting niet zoveel uit", aldus Irrgang.
Onduidelijke, onbetrouwbare cijfers
Maar hoeveel mensen komen nu écht zonder medicijnen te zitten? "Ze worden niet bijgehouden. En de cijfers die we hebben, zijn niet volledig betrouwbaar", vertelt Irrgang. Op dit moment baseert men zich vooral op signalen uit het veld. Wel is uit het onderzoek van de Rekenkamer gebleken dat de voorraadverplichting het probleem niet oplost. "Er is geen reden om aan te nemen dat er iets is veranderd sinds de invoering van de plicht", luidt het rapport.
Van der Kuy ziet dagelijks de gevolgen van de tekorten. Niet alleen voor patiënten, maar ook voor apotheekmedewerkers. Het kost veel tijd en moeite om alternatieven te regelen. Het is rennen en vliegen naar andere locaties om toch het medicijn te kunnen verstrekken. Een andere oplossing is dus het verstrekken van een ander merk. In uiterste gevallen wordt een ander middel of en andere dosering aan de patiënt meegegeven. Dit kan leiden tot "meer bijwerkingen of een verminderde werkzaamheid", legt hij uit.
Oplossingen
De Algemene Rekenkamer pleit voor grotere voorraden van medicijnen met hoge prioriteit. De oplossing zit volgens Irrgang in "voor minder medicijnen meer te doen." Welke medicijnen dan belangrijk zijn, is onduidelijk - in ieder geval voor hem. "Daar heeft de minister wel zicht op", zegt hij.
Volgens Van der Kuy is dit een stap in de goede richting, maar wel slechts één oplossing is in dit "veelkoppige probleem". Volgens hem moet ook het systeem op de schop. Het feit dat er zo weinig producenten zijn – zeker binnen Europa – maakt het systeem kwetsbaar. En daarmee ook de patiënt.