Jan Cremer: 'Het leven is een eenmansguerrilla'
- Nieuws
- Jan Cremer: 'Het leven is een eenmansguerrilla'
Vandaag wordt het boek Barbaar op Ibiza van schrijver en beeldend kunstenaar Jan Cremer gepresenteerd. Een eenmalige uitgave ter ere van zijn 80ste verjaardag. Over zijn verblijf op Ibiza in de jaren '60 waar hij ook zijn bestseller Ik Jan Cremer schreef. In Kunststof vertellen Jan en zijn vrouw Babette Cremer over het kunstenaarsleven.
Video niet beschikbaar
Zeegezichten
Babette Cremer: "Ik vind zijn zeegezichten echt adembenemend. Het is puur emotie als ik iets mooi vind. Eigenlijk wil ik ze niet verkopen en de mensen die ze wel kopen kan ik niet uitstaan." Jan Cremer: "Ze komt dan kijken in het atelier om 3 uur 's nachts en dan is ze ergens kritisch over; d'r uit zeg ik dan." Babette: "Dan zie ik iets in de rechterbovenhoek en gaat hij dat woedend veranderen. Ik ben onmogelijk om erbij te hebben."
Jan: "Ik ben in feite een landschapsschilder. Van overal waar ik kom neem ik zand mee en dat verwerk ik in schilderijen. Net als de zee verandert zand voortdurend van kleur. Dus in een schilderij over Cape God zit zand van die plek verwerkt."
Kunstenaar op Ibiza
HP/De Tijd hoofdredacteur Tom Kellerhuis stelde boek Barbaar op Ibiza samen. Over zijn eerste jaren als kunstenaar op Ibiza. Daar heeft Cremer als schilder het licht gezien.
Jan: "Van Ibiza had ik in 1961 nog nooit gehoord. Met een maat zou ik met de motor naar Casablanca gaan, maar we strandden in Barcelona; geen centen meer. Wij naar het consulaat met een smoesje dat we terug naar Holland wilden. Daar hadden ze de tip voor ons dat we een steen door de ruit moesten gooien, dan zouden we gerepatrieerd worden door de politie. In plaats daarvan sloopten we de koperen kranen in dat gebouw en verkochten die op de zwarte markt. Voor de boot naar Mallorca hadden we net te weinig peseta's, maar voor Ibiza redden we wel.
Babette is mijn muze, een bikkel, echt iemand met wie je paarden kunt stelen
Ibiza was toen nog een soort pirateneiland. Er woonden fascisten en anarchisten, aanhangers van Franco, oorlogsmisdadigers. Er was een kleine galerie waar ik meteen een contract kreeg. En dus krediet bij restaurants en kroegjes. Eerst een maandje relaxen en in de twee weken erna 24 doeken gemaakt. Alles werd meteen verkocht; van arme sloeber was ik dus miljonair in peseta's. Ik gaf ook alles weer snel uit.
Ik heb er twee jaar gewoond. Als je je creativiteit niet gebruikte had je niks te doen. Ik ging het boek schrijven dat ik had aangekondigd. Huurde een typemachine, leefde op een finca en at bij de boer."
'Het werk gaat altijd voor bij mij'
Met Babette Cremer, oud-model en galeriehouder, zou hij zich jaren later settelen. Jan: "Zij is een echte kameraad, heeft dezelfde ideeën over de wereld. Ik heb haar natuurlijk een beetje moeten kneden." Babette: '"We zouden gaan reizen, naar al die fantastische plekken, maar toen hij mij ontmoette wilde hij eerste aan De Hunnen schrijven en dat duurde zes jaar. Ik denk nog steeds: met een yak over de Himalaya: when?"
"Het leven is een eenmansguerrilla", aldus Jan. "Dat is altijd mijn motto gebleven. Je komt alleen, je leeft alleen en gaat alleen. Als je dat beseft, kun je alles aan in het leven. En het werk gaat altijd voor bij mij."
De muze zijn doe ik met liefde
Babette: "Ik kan zo los gekapt worden uit dat leven, als het moet doet hij het". Jan: "Het is een overlevingsinstinct. Ik leef vanaf mijn vierde op straat, daar heb ik alles geleerd. Je blijft op je hoede je hele leven."
"De muze zijn doe ik met liefde", vertelt Babette. "Als ik niet zo weg was van het werk was dat anders geweest. Ik voel me medeverantwoordelijk voor het werk." Jan: "Zij is mijn bron, door haar heb ik rust gevonden."
Babette: "Ik kom niet uit milieu van overlevers. Ik kom uit een fantastisch nest, kleurrijke moeder, prachtige creatieve vader. Mijn startpunt was in orde. Ik kon hem die rust ook geven. Mijn moeder nam hem ook in huis alsof hij het haar eigen zoon was."