Tim Fransen: 'Mensen deugen niet vanzelf'
- Nieuws
- Tim Fransen: 'Mensen deugen niet vanzelf'
Cabaretier en filosoof Tim Fransen houdt in zijn boek 'In onze tijd. Leven in het Calamiteitperk' een spiegel aan de maatschappij voor. Hij pleit voor herwaardering van moreel besef en gemeenschapszin in een tijdperk waarin individuele belangen de boventoon voeren en structurele problemen worden genegeerd. In Kunststof vertelt hij er meer over.
Tim Fransen, filosoof en cabaretier - Kunststof
De consumentendemocratie
Tim Fransen laat lezers nadenken over de morele leegte in onze maatschappij. Volgens hem leven we in 'de meest armoedige versie van democratie' waarin stemmen vooral draait om het behartigen van individuele belangen. "We zijn politieke consumenten geworden en de politiek is een soort klantenservice", vertelt hij.
Er ontbreekt een gedeeld besef van het algemeen belang. "De grote problemen waarop we stuklopen - zoals klimaat of stikstof - zien we wel, maar over het algemeen besluiten we om daar niet zoveel mee te doen. We verwachten dat de politiek het oplost, maar voelen zelden collectieve verantwoordelijkheid."
Die passiviteit komt volgens Fransen deels voort uit zelfgenoegzaamheid, maar ook uit een diepgeworteld geloof dat het systeem niet echt veranderd kan worden. "We hebben verinnerlijkt dat het nou eenmaal zo werkt." Tegelijkertijd zien we hoe weinig zeggenschap burgers hebben in andere domeinen van het leven. "We zeggen dat we in een democratie leven, maar we brengen het grootste deel van onze tijd door in bedrijven die functioneren als dictaturen, met een CEO aan de top en winst als hoogste doel."
Fransen pleit voor actieve hoop
Fransen verzet zich tegen het populaire idee dat 'de meeste mensen deugen'. "We hebben zowel goed als fout in ons. Iedereen die het goede probeert te doen, zal merken dat dat moeite kost, want je wordt geconfronteerd met bijvoorbeeld je eigen jaloezie of hebzucht."
Zelf noemt hij zijn eigen conflictvermijding en traagheid bij het reageren op onrecht - zoals in Gaza - voorbeelden van moreel falen. "Iedereen die goed wil doen, heeft het moeilijk. Een goede samenleving vereist dus een omgeving waarin het goede actief aangemoedigd wordt. Dit kan via onderwijs, opvoeding en publieke waarden."
Volgens Fransen zijn we in het Westen moreel zelfvoldaan geworden. "We dachten: als we de moraal uit het publieke leven bannen en iedereen zijn eigen waarden laat kiezen, dan komt het wel goed. Maar zo werkt het niet." Onze morele vermogens, zoals empathie of rechtvaardigheidsgevoel, zijn volgens hem evolutionaire bouwstenen voor samenwerking, maar ze moeten onderhouden worden. Zonder gedeelde waarden is er geen rechtvaardigheid, en zonder rechtvaardigheid valt de samenleving uit elkaar.
Fransen pleit daarom niet alleen voor kritisch denken, maar ook voor actieve hoop. Niet het naïeve vertrouwen dat het vanzelf goedkomt, maar concrete inzet voor een betere wereld, tegen gemakzucht en consumentisme in.