Tijn Sadée blikt terug op 15 jaar correspondentschap in Brussel

Sadée vertelt dat je in Brussel veel dossiers moet volgen met maar weinig mensen. ''Voor mij is het permanent kiezen geblazen geweest. Dat levert mooie verhalen op. Maar we missen ook enorm veel.''

In Brussel heb je echt experts nodig, zegt Sadée. ''Wij EU-correspondenten zijn toch echt generalisten. We komen vaak van een andere post. En dan ben je al blij als je die grote dossiers een beetje onder de knie krijgt. Maar dat is van de wetgevingsfabriek hier uiteindelijk misschien maar 10 procent.''

Meer reuring, transparantie en discussie

In zijn tijd als Europa-correspondent zag Sadée veel veranderen in Brussel. ''Ik denk dat het meer is opengegaan. Je kunt zelfs stellen dat de Brusselse politiek, diplomatie en ambtenarij nu opener is dan die in Den Haag. Zo zag het er niet uit toen ik kwam.''

Onder meer de Nederlanders verdienen wat hem betreft een pluim. ''Die zijn echt open gegaan. Ze hebben de persconferenties met premier Rutte ook in het Engels opgezet. Dat heeft ervoor gezorgd dat er meer reuring, transparantie en discussie kwam. Dat maakte het voor ons als journalisten veel interessanter.''

Hongarije

Tijdens zijn correspondentschap heeft Sadée ook veel gereisd door Europa. Vooral Hongarije blijft hem bij, het land van premier Viktor Orbán, die Sadée de ‘grootste plaaggeest van Brussel’ noemt. ''Hij was Brussel en toenmalig commissievoorzitter Jean-Claude Juncker destijds aan het afzeiken. Maar zijn hele land staat vol met projecten gesubsidieerd door diezelfde EU, die Orban zogenaamd zo haat.''

Binnenkort vertrekt Sadée opnieuw naar Hongarije, dit keer om zich er permanent te vestigen. Hij vertelt dat hij het land leerde kennen als een liberaal land. ''Het is treurig om te zien hoe dat is veranderd onder Orban. Het is op dit moment een extra motivatie om daar met mijn Brusselse bagage naartoe te gaan en opnieuw verslag te doen.''