Cultuur & Media
NTR

Verslaafd aan oorlog. 'We waren junkies, allebei'

foto: Nuriye Ates
  1. Nieuwschevron right
  2. Verslaafd aan oorlog. 'We waren junkies, allebei'

Journalist Joeri Boom wilde breken met zijn bestaan als oorlogsverslaggever en besloot als correspondent met zijn gezin naar Zuid-Azië te gaan. In de verzengende hitte van India en de landen daaromheen bleek hij echter een nog onstuimiger bestaan tegemoet te gaan. Boom is getuige van bomaanslagen, aardbevingen, brandende dorpen en de terreur van moslimextremisten en hindoeradicalen. Ook in zijn persoonlijke leven wordt hij niet gespaard. Na een echtscheiding verliest Boom zijn gezin. Zijn boezemvriend, fotograaf Jeroen Oerlemans, wordt in Libië gedood door een sniper. In Kunststof vertelt Joeri Boom over zijn boek Ik wil weg, een niets verhullend verslag over de achterkant van het correspondentenbestaan.

Joeri Boom, correspondent - Kunststof

Verslaafd aan de oorlog

Als oorlogsverslaggever trok Joeri Boom naar landen als Kosovo, Macedonië, Soedan, Irak, Pakistan en Afghanistan. Meestal ging hij op pad met zijn boezemvriend Jeroen Oerlemans. “We waren junkies, allebei.” Ze waren verslaafd aan de oorlog. “Iets doen dat zinvol is, een kick geeft en heel veel adrenaline - een verslavend stofje - oplevert.”

Oorlog in, oorlog uit, Jeroen Oerlemans was niet meer te stoppen. “Ik voelde me ook steeds fanatieker worden, maar ik had het gevoel; dit gaat een keer mis, misschien moet ik een stapje terug doen. Het idee dat zich vastzette in mij was dat je een bepaalde dosis geluk hebt in het leven. Die dosis is op een gegeven moment op, maar je weet niet wanneer. Ik voelde dat ik afstand moest nemen van het oorlogsgebeuren.”

Een droombestaan als correspondent

Net op dat moment zocht NRC een correspondent Zuid-Azië, oftewel India en omgeving. Het leek de ideale manier om zijn carrière een andere wending te geven. “Bij India dacht ik wel meteen; ah, oké, dat ligt vlakbij Pakistan en Afghanistan. Ik kan af en toe terug (naar de oorlog, red).” Maar het belangrijkste was dat ook zijn vrouw en twee dochters het avontuur aan wilden gaan om een nieuw leven op te bouwen in Delhi.

Aanvankelijk leefde Joeri zijn droom. “Er zit een glamorous randje aan zo’n bestaan. Je komt in een expat scene, met witte mensen die veel te veel verdienen. We hadden een prachtig huis, status. Je bent de correspondent van NRC. De ambassadeur die voor je buigt…”

Voor even was het leuk. Maar al snel riep de oorlog. Zeker in 2012 toen zijn goede vriend Jeroen in Syrië werd ontvoerd. Joeri zette alles opzij in een poging zijn vriend te helpen bevrijden. Met succes. En heel even was daar weer die rush, de bevrediging die spanning kan geven.

De grote klap kwam vier jaar later, op 2 oktober 2016. Jeroen Oerlemans werd neergeschoten in Sirte, Libië door een sniper van IS. De kogel drong binnen via zijn oksel, dat ene kleine gaatje dat niet beschermd werd door zijn kogelvrijvest, en raakte zijn hart. Zijn geluk was op.

India bleek grimmiger dan gedacht

Het lot van zijn boezemvriend bleef Joeri bespaard. “Ik had de mazzel dat mijn gezin met mij mee wilde het avontuur aangaan in India. De energie die ik anders in de oorlogsreportages zou steken, gaf ik nu om met zijn allen in India te landen en daar een bestaan op te bouwen.” Maar rust zou ook hij niet vinden. India land bleek grimmiger gedacht. Ook hij dacht bij het land voornamelijk aan hippies. “Mooie kleuren, mooie geuren.” Maar India was meer dan dat. Het hindoefundamentalisme raakte in zwang en maakte vele slachtoffers onder moslims en talloze meisjes werden verkracht als een perfide uitwerking van het kastenstelsel.

Zoveel ellende, en Joeri’s hang naar de oorlog, het werd zijn vrouw teveel. Ze vertrok, samen met de kinderen, en besloot te scheiden. Drie jaar waren ze samen in India geweest. Joeri zou nog tweeëneenhalf jaar blijven, alleen. “Dat was verschrikkelijk. Tegelijkertijd was het ook prachtig, omdat ik vluchtte in mijn werk en de mooiste dingen maakte.” Hij was één van de eerste verslaggevers in Nepal na de verwoestende aardbevingen in de Himalaya, hij zag de Rohingya vluchten voor etnisch geweld in Myanmar en trok naar de beruchte Indiase regio Bastar waar een slepende volksoorlog woedde. Werk dat een kick gaf. “Maar ik was zo alleen! Dat was een heel moeilijke periode, ik denk wel de moeilijkste uit mijn leven.”

In Nederland, maar de oorlog trekt

“Uiteindelijk heb ik de knoop doorgehakt en ben ik teruggekeerd naar mijn dochters, naar Nederland. Ik heb een prachtig correspondentschap ervoor moeten opgeven. Twee mooie posten die me werden aangeboden, Moskou en Istanboel, heb ik moeten laten schieten.” Om zijn dochters te zien opgroeien, koos Joeri voor het bestaan aan een nieuw front, het front van het Nederlandse onderwijs. “We zijn aan het vechten, voor de toekomst van onze kinderen. De kinderen zijn niet het front, het front is dat we een tekort hebben aan mensen om onze kinderen goed op te leiden.”

Als leraar in het basisonderwijs voelt Joeri zich op zijn plek. Toch blijft zijn verslaving aan de oorlog opspelen. “Ik ga er bijna elke dag weer doorheen. Dan denk ik: ik moet toch in die omsingelde stad zitten in de Oekraïne, in Kyiv, in Marioepol. Ik heb toch geleerd hoe dat moet. Waarom moeten jonge verslaggevers daar zitten die heel slecht betaald krijgen? Jeroen en ik hadden daar naartoe moeten gaan.

En dan blijf ik zitten waar ik zit en dan denk ik; Oké, het is kwart voor zeven, ik ga naar mijn basisschool. En dan voel ik me eigenlijk wel goed.”

Kunststof

Het cultuur- en mediaprogramma van NTR van maandag tot en met donderdag te horen tussen 19:00 en 20:00 uur op NPO Radio 1 of op elk moment terug te luisteren als podcast. Volg Kunststof op Twitter, Facebook en Instagram.

Ster advertentie
Ster advertentie