Wake in Hanau drukbezocht: 'Wat moet je zeggen na zo'n groot verlies?'
- Nieuws
- Wake in Hanau drukbezocht: 'Wat moet je zeggen na zo'n groot verlies?'
Ontzetting, woede en diepe rouw op het marktplein in de Duitse plaats Hanau gisteravond. Zo'n vijfduizend mensen verzamelden zich daar voor een wake na de racistisch gemotiveerde terreuraanslag van woensdag.
Correspondent Judith van de Hulsbeek zag op het plein wat voor impact de aanslag heeft gehad op de stad. Iedereen lijkt wel iemand te kennen die bij de aanslag is omgekomen, zegt ze.
Herdenking voor slachtoffers Hanau
"Het waren zulke lieve kinderen, zulke lieve mensen", vertelt de 75-jarige Elfrieda Olbrich. Ze woonde tientallen jaren naast een Duits-Afghaans gezin, waarvan twee kinderen werden vermoord. "Wat moet je zeggen na zo'n groot verlies?", vraagt ze zich hardop af.
'Ergens tussen woede en verdriet'
Een 43-jarige terrorist schoot woensdagavond in twee waterpijpcafés negen mensen dood, vermoordde daarna zijn moeder en sloeg de hand aan zichzelf. De slachtoffers in de shisha-lounges waren allemaal mensen met een migratieachtergrond en justitie denkt mede na een gevonden afscheidsbrief dat hij racistische motieven had.
De 21-jarige Yusuf Sarwari, was op het moment van de aanslag in het café en moest rennen voor zijn leven. Hij wist net aan de schutter te ontkomen. Een vriend van hem lukte dat niet en werd doodgeschoten.
Yusuf worstelt zichtbaar met zijn emoties in het gesprek met Van de Hulsbeek. "Ik weet niet goed hoe ik me vandaag voel. Hoe voel je je als iemand hebt verloren, die je al kent sinds je kind bent? Ik zit ergens tussen woede en verdriet." Het doet hem goed dat er zoveel mensen zijn gekomen, zegt hij.
Laten ons niet uit elkaar drijven
Op het marktplein spreekt bondspresident Frank-Walter Steinmeier de menigte toe. "We staan samen, we willen samen leven. We laten ons niet uit elkaar drijven. Dat is het sterkste tegengif tegen de haat", zegt hij, waarna applaus volgt.
Toch wordt zijn aanwezigheid niet door iedereen gewaardeerd. "Nu zijn de hoge heren uit Berlijn, maar we voelen ons als Duitse Turken zeker niet altijd gesteund", zegt Yasemin, die niet met haar achternaam in de media wil.
Ook haar vader Ayhan laat weten dat hij vaak als een crimineel wordt behandeld door de politie. Broer Furkan vindt dat president Steinmeier nadrukkelijk had moeten zeggen dat moslims er in Duitsland bij horen. "Dat ze niet de vijand zijn."
Bij het groepje van de 75-jarige Elfrieda lijken de woorden van de president beter aan te komen. Van spanningen tussen bevolkingsgroepen was voor de aanslag in Hanau volgens Tini Spatola (47) geen sprake. "En we gaan ervoor zorgen dat die er ook hierna niet komen."