Burgemeester over vervuiling Tata Steel: 'Het is shit en het blijft nog even shit'

Voor de burgemeester van Velsen is het evident dat Tata Steel, waar elfduizend mensen werkzaam zijn, moet blijven. “We moeten een goede combinatie maken tussen gezondheid en werkgelegenheid”, aldus Dales die ook het spijkerharde rapport van het RIVM heeft gelezen. Daarin staat dat bewoners rondom de fabriek worden blootgesteld aan schadelijke en kankerverwekkende stoffen.

Wil de producent van staal blijven voortbestaan dan zal die moeten verduurzamen, zo heeft Van Weyenberg, de staatssecretaris van Milieu, vorige week al aangegeven.

Uitstoot

“Iedereen wil dat de gezondheidsrisico's hier in de regio naar beneden gaan, maar het gaat niet snel genoeg”, zegt Dales. Hij ziet er erop toe bij de directie van Tata Steel dat ze de uitstoot verminderen, maar het kost tijd. “Het is niet zo simpel dat je aan één knopje kunt draaien en het ziet er anders uit op het Tata-terrein.” De burgemeester wil dan ook zijn best doen om de partijen van de bewoners en die van de fabriek dichter bij elkaar te brengen.

“Ik zal eerlijk zijn, het zal nog minstens anderhalf jaar duren totdat resultaten zichtbaar zijn. Het is er op dit moment niet optimaal, maar je kunt er wel leven. We moeten er geen huizen ontruimen of het gebied ontvolken. Maar mensen zullen moeten begrijpen dat het shit is en het nog even shit blijft.”

Wel heeft de burgemeester een duidelijk doel voor ogen; behoudt van de werkgelegenheid én verduurzaming. “We hebben met z'n allen die stip op de horizon gezet”, zegt hij. Het geld om die stip te bereiken moet onder andere uit Den Haag komen.

Honderden miljoenen

De burgemeester van Velsen meent dat de sleutel voor die verduurzaming, overstappen op waterstof en meer filters om schadelijke stoffen op te vangen, bij het Rijk ligt. Dat zal moeten helpen met de financiering, naast Tata Steel zelf, maar ook met geld vanuit potjes van de provincie, het Nationaal Groeifonds en de omliggende gemeenten. Om hoeveel subsidie het gaat, kan Dales niet zeggen, maar hij denkt wel dat het om “honderden miljoenen” gaat.

“Een bedrag dat Tata Steel niet kan opbrengen, want daarmee zou hun staal te duur worden en verliezen ze hun concurrentiepositie.” Wat als de Indiase eigenaren van Tata Steel na de moderniseringen en de investeringen de fabriek verkopen met behulp van Nederlands belastinggeld? “Dat is iets voor de creativiteit van de minister-president en de minister van Economische Zaken om daar een oplossing voor te bedenken.”