'Raakt je dat je met dierbaren naar crematorium gaat en echtgenote niet aanwezig kan zijn'

Het voorbeeld dat Bijnen het meest raakt, is dat van een meneer die is overleden aan corona, wiens vrouw vanwege de adviezen in thuisquarantaine moest. De vrouw kon daardoor niet bij haar echtgenoot zijn in het ziekenhuis bij het overlijden, geen afscheid nemen in het uitvaartcentrum en niet bij de afscheidsdienst zijn.

Op de dag van de uitvaart besloot Bijnen met de rouwauto langs het huis van de vrouw te rijden en bij het raam te stoppen. "Ze zwaaide haar man uit met wie ze toch een hele periode samen is geweest en onafscheidelijk was."

Strikte maatregelen

Persoonlijk contact met nabestaanden is bijna niet meer mogelijk – soms ziet de uitvaartverzorger de familie pas een half uur voordat de dienst begint. Een koffietafel na afloop behoort ook niet meer tot de mogelijkheden en voor de aanwezigen bij de dienst moet een strenge selectie gemaakt worden.

Het lijdt tot een toename in het aantal advertenties in de krant, om mensen toch op de hoogte te brengen. De erehaag is een nieuw initiatief: Omroep Brabant maakte een reportage over de uitvaart van Paul Reijnen, waarvoor langs de weg een erehaag werd gevormd door dorpsgenoten en bekenden.

Bijnen: "Met een erehaag kunnen we laten weten en voelen aan nabestaanden dat we toch aan ze denken."

Eén gezin per bankje

Ton den Otter verloor zijn moeder ook aan het coronavirus. Afscheid nemen in het ziekenhuis was er bijna niet bij. Slechts één persoon was per dag welkom, tijdens het bezoekuur van 6 tot 8. "Dat is minimaal als je een groot gezin hebt."

Bij de afscheidsdienst zat de familie verspreid. De eerste drie banken vanaf het altaar waren leeg, daarna zat het eerste gezin, een bankje vrij en dan het volgende gezin. "Het schept een afstand, maar aan de andere kant is het ook wel intiem om het zo klein te doen."

Onder druk door corona

Deze hele week besteedde Spraakmakers aandacht aan groepen die onder druk staan door het coronavirus en de bijbehorende maatregelen. Onze verslaggevers vroegen schoonmakers, mantelzorgers, de sociale advocatuur, vrachtwagenchauffeurs en uitvaartondernemers hoe het ze vergaat in deze tijd.