Minister Hoekstra: ‘Blijft tenenkrommend met die koopkracht’

In het 1 Op 1 interview vandaag met Wopke Hoekstra wordt één ding direct duidelijk: de minister van Financiën springt niet alleen zuinig om met de overheidskas door en passant erop te wijzen dat Nederland nog steeds gebukt gaat onder een staatsschuld van maar liefst 400 miljard euro. Maar de CDA-bewindsman is ook uiterst spaarzaam met het doen van politieke beloftes.

Kom dan ook niet aan bij hem dat het kabinet eindelijk de toegezegde koopkrachtverbetering van 1,5 procent gaat realiseren en dan het liefste al bij Prinsjesdag in september. "Die geraamde anderhalve procent koopkrachtverbetering was de inschatting van het Centraal Plan Bureau.

Maar dat heeft het kabinet nooit zo hard beloofd. Ik ben ook een politicus die geleerd heeft uiterst terughoudend te zijn met het doen van beloftes. Beloftes leiden nu eenmaal vaak tot teleurstellingen."

Een inspanningsverbintenis omwille van een beter besteedbaar inkomen wil Hoekstra wel direct aangaan. "Ik heb bij herhaling gezegd dat ik mijn stinkende best ga doen voor koopkrachtverbetering voor alle inkomensgroepen.

Dat hebben we ook voor een deel gerealiseerd maar nog niet genoeg. Als minister van Financiën heb ik zaken als inflatie en de effecten van internationale handel nu eenmaal niet aan een touwtje hangen."

Prinsjesdag

Om eraan toe te voegen: "maar het blijft natuurlijk tenenkrommend, want we willen allemaal dat de koopkracht meer omhooggaat. De komende maanden ga ik alles op alles zetten dat we met Prinsjesdag kunnen vaststellen dat de reële inkomens erop vooruitgaan. Aan de andere kant: wat is reëel? Ik vind het ook reëel dat we als kabinet extra investeren in defensie, in onderwijs, in infrastructuur en in veiligheid."

Recente discussies over de al dan niet ondermaatse koopkracht zijn vaak dan ook te kort door de bocht naar het oordeel van Hoekstra. Met als blikvanger het opgelaaide meningsverschil tussen premier Rutte, die stelt dat de lonen van de werknemers bij de grote bedrijven eindelijk omhoog moeten nu de winsten tegen de plinten op van die bedrijven klotsen.

En aan de andere kant Hans de Boer, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW, die meent dat de overheid de burger de afgelopen jaren heeft getrakteerd op een lastenverzwaring van 300 euro per maand waardoor de koopkracht is achtergebleven. "Bij zowel het verhaal van Rutte als die van De Boer ontbreekt wel wat nuance."

Middeninkomens

Hoekstra weigert dan ook te kiezen tussen het standpunt van VVD-leider Rutte en dat van werkgeversvoorzitter De Boer. "Maar wat ik heel erg prettig vind om te zien, is dat de leider van de VVD tot de conclusie komt dat de positie van de middeninkomens erg belangrijk is.

Dat vindt het CDA namelijk al veel langer. De middenklasse is nu eenmaal de ruggengraat van de samenleving en die is de afgelopen jaren onder druk komen te staan, vooral de familiebedrijven. En dat heeft vaak alles te maken met zorgen om de toekomst.

Eurocrisis

Behalve over de inkomens van de Nederlanders houdt Hoekstra een streng oogje in het zeil over de financiën van de andere Europese landen. Daarmee onderstreept hij ook de conclusie van het rapport van de Raad van State dat deze week verscheen over de hervorming van de eurozone. Want, wanneer die volgende eurocrisis eraan komt, is niet te voorspellen, maar "dat die er ooit komt, is zeker."

En dan moet er "meer stabiliteit in het systeem" zijn en de banken moeten niet gelijk in zulke problemen komen dat "de belastingbetaler de portemonnee moet trekken." Daarvoor zullen er "aanpassingen moeten komen" en dat zal volgens Hoekstra nog wel een paar jaar duren. "In Brussel gaat het, laten we eerlijk zijn, niet met de snelheid van het licht. En daar moeten nog wat ingewikkelde hordes worden genomen."

Italië

Het grootste zorgenkind van de EU is op dit moment Italië die het niet zo nauw neemt met de Europese begrotingsdiscipline.

Dat dit de Italianen hiermee wegkomen, wijdt de minister aan de politiek waar het soms "makkelijker is om vooruit te schuiven en tevreden te zijn met een halfbakken compromis".Terwijl hij vindt dat de bewoners van onder andere Italië, ook "een stabiele economie verdienen."

Over of ze moeten worden gestraft als ze volgend jaar alsnog dat begrotingstekort en die groeiende staatsschuld hebben, wil Hoekstra zich niet over uitlaten: "het liefst zonder een procedure en anders eventueel toch met, als het niet anders kan."

Italië zal zich moeten committeren aan de regels die voor iedereen gelden, net als Nederland, vindt Hoekstra. En de Europese Commissie die daarop toeziet mag niet kiezen voor de "easy way out".

In juli komt er een overleg over Italië. Hoekstra: "Ik ben glashelder geweest over wat ik van die Europese Commissie verwacht." En dat Nederland samen met de andere rijkere landen meer gaan betalen om de begroting van de armere landen op orde te krijgen?

"Daar waren ik en met mij een paar andere landen mordicus tegen. Dat is niet redelijk naar de belastingbetaler. Het helpt ook niet. Het is niet gezond om lang aan het infuus te liggen."