Opnieuw enorm veel beukennootjes, hoe komt dat?

Arnold van Vliet van de Natuurkalender en Wageningen Universiteit gaf zondag 18 september in Vroege Vogels Radio aan dat dit fenomeen bijzonder is maar dat het ook consequenties heeft:

Naast de hoge temperaturen wordt de toename in de hoeveelheid stikstofdepositie - en dat is voeding voor de boom - als mogelijke verklaring genoemd. De groeiomstandigheden voor beuken lijken te verbeteren waardoor meer energie beschikbaar is om vruchten aan te maken.

Aangezien alle maanden vanaf mei (ruim) boven de gemiddelde temperatuur lagen is het niet onwaarschijnlijk dat de beuken ook volgend jaar weer beukennootjes zullen bevatten. De vraag is echter of de beuken na vier jaar niet te veel uitgeput raken. Nadeel van zoveel beukennootjes produceren is dat het veel energie kost en de boom zelf minder hard kan groeien. 


Wilde zwijnen



Door de val van de eerste eikels en beukennootjes begint de voedselsituatie voor veel wilde zwijnen te verbeteren. In de zomer hebben de wilde zwijnen het namelijk niet echt gemakkelijk gehad. Veel biggen en jonge zwijnen zijn gestorven door voedselgebrek. Nu liggen er binnen een maand zoveel eikels en beukennoten dat ze in een paar uur tijd hun maag kunnen volvreten. Voor een volle maag hadden de zwijnen de afgelopen zomer een groot deel van de dag nodig. De kans dat je een foeragerend zwijn tegen kwam was daardoor zeer groot en dat zal nu afnemen.

Toenemende wroetactiviteiten

Om het looizuur dat in eikels en beukennootjes zit te neutraliseren, moeten de zwijnen veel eiwitten eten. Driftig gaan ze dan ook weer opzoek naar wormen en engerlingen in de grond. In deze tijd wordt er veel meer gewroet in grasmatten door de wilde zwijnen.

Heel recent is waargenomen dat de mannetjeszwijnen, keilers genaamd, geïnteresseerd raken in de zeugen. Ook een normaal fenomeen want zodra de nootjes massaal beginnen te vallen is dit de trigger voor de zeugen om bronstig te worden.

Bron: Natuurkalender en Vroege Vogels