Seks en de Tour…
- Nieuws
- Seks en de Tour…
Oei, een gevaarlijk onderwerp. Seks. De liefde bedrijven. Opspelende chromosomen, zoals mijn oma weleens zei. Kom er niet om in de Tour. Toen ik er ooit begon, meer dan veertig jaar geleden, bestond er het fabeltje dat een zaadlozing voor een ronderenner bijna automatisch inhield dat hij de dag erop moest afstappen: geen kracht meer in de benen.
Frank Hoste, ooit enige jaren onze chauffeur en een goede wegsprinter in de jaren tachtig heeft me ooit verteld dat hij de Tour binnenkwam en van oudgedienden leerde dat je het best kon gaan slapen met een elastiekje of strak aangebonden touwtje rond de edele delen. Een erectie was de voorbode voor slecht nieuws; alle goede sappen moesten in het lichaam blijven.
In de jaren zeventig was er een jonge renner (ik verkies het, vanwege hoge vorm van privacy zijn naam niet te noemen) die ineens op een avond van een soigneur de autosleuteltjes leende en vanuit Noord-Frankrijk gas gaf naar een afgesproken plaats in Nederland. Daar wachtte zijn geheime lief in een motel en de twee lieten elkaar iedere hoek van de slaapkamer zien. De renner in kwestie roste terug naar zijn Franse hotel, enkele honderden kilometers zuidelijk, waar hij samen met zijn ploeggenoten aan het ontbijt verscheen. Zwijgend schoof hij aan tafel. Na ongeveer veertig kilometer in de etappe moest hij het peloton laten gaan. Hij had kramp.
Ook fameus was de cavalcade van Mario Chippolini. Volgens geruchten had hij in Brussel een jonge, schone Italiaanse deern het hof gemaakt en was als een vaatdoek aan het ontbijt gekomen. De etappe ging die dag naar Valkenburg en de ploegleider van Mooie Mario zei onversneden tegen zijn vedette: ’s nachts een man, overdag een man. Ik wil je in de aanval zien! Dus vertrok Chipo meteen en solo uit het verbaasd reagerende peloton. Was de Italiaan gek geworden? Met zweetdruppels zo groot als doperwten fietste hij naar een voorsprong van vijf minuten totdat alle sappen in het lijf helemaal op waren. Het peloton haalde hem bij, Chipo kreeg nog een klopje op de schouder van een ploeggenoot en stapte maar af. De herinnering aan zijn formidabele prestaties in de nacht bleven zoet. En…nu hoefde hij ook niet meer die rot bergen over.
Neem dan Greg Lemond. De Amerikaan was een der eerste renners die zeer ostentatief en voor iedereen zichtbaar zijn vrouw in het rennershotel haalde en ook nog, licht snoevend, vertelde aan omstanders dat een gezonde vrijpartij helemaal geen kwaad kon. De wielerwereld sprak daar, uiteraard achter de hand, schande over. De Tour rijden betekende toch, historisch gegrondvest, drie weken onthouding…In de Franse pers werd er speciaal melding gemaakt van de vrijheden van de familie Lemond. Het journalistengilde schreef dat verhaal van Lemond gretig op. Dat was typisch Amerikaans, vond men toen! Onzin.
En dan Peter Post, de tsaar aller ploegleiders. In de jaren tachtig verbood hij de vrouwen van Jan Raas en Cees Priem (die samen naar Noord-Frankrijk waren afgezakt om hun echtgenoten te zien en te spreken) in het rennershotel te blijven slapen. Dat was voor Post bijna een doodzonde: de dames moesten in het stadje maar een ander hotel vinden.
In de laat jaren zeventig werd in de kamer naast die van mij in het hotel in Morzine een flinke vrijpartij afgeleverd. Hoorbaar vooral met flinke uithalen en gebrom naast me en wiebelende schilderijtjes bij mij op de kamer. De volgende ochtend trof ik de bewoner, die ook net zijn deur uitkwam; een behoorlijk goede renner, top-tien coureur. Achter hem liep een jonge jongen, typisch een niet-wielrenner. Jaren later begreep ik dat die renner een van de weinige homo’s in het peloton in die jaren was en dat hij de nacht voor de rustdag had uitgekozen voor een klets-boem-oui j’arrive-partijtje.
En ja, dan was er dat altijd heilige moment dat de renners in Parijs met hun vrouw of vriendin werden herenigd. De Tourorganisatie huurde in de jaren zeventig en tachtig een kast van een hotel voor alle ploegen samen af. Ex-renner Gert Jakobs vertelde me ooit lachend: ”Als je buiten dat hotel stond, kon je dat hele gebouw ritmisch zien bewegen.”
Op enig moment (wij van de NOS sliepen ook in dat hotel) kwam ik in de koffiecorner van het hotel naast een mij bekende jonge vrouw te zitten; zij was de vrouw van een coureur. Haar man was nog niet van de Champs Elysées terug gekeerd en zij zat te wachten, klein koffertje naast zich. Ze was een leuke, vrolijke flapuit die me ongecompliceerd uitlegde hoe al die vrouwen en vriendinnen van al die renners zich nu een voelden in deze uren. “Het enige wat we straks moeten doen is ons snel uitkleden en onze benen uit elkaar doen,” zei ze licht blozend. Even later zag ze beweging in de lobby en stond snel op. Ze zei:” Aan het werk,” en liep weg.
Mart Smeets over de Giro, dagelijks bij EenVandaag
Tijdens de Giro, van 4 mei tot 27 mei, is Mart Smeets elke werkdag te gast bij EenVandaag, tussen 14 en 16 uur op NPO Radio 1. Hier duidt hij dagelijks de dag: wat is er gebeurd en wie maken er kans? Meer over de uitzending is te vinden op EenVandaag.nl, Facebook of op Twitter.