Binnenland

Column: De oude wielerkampioen en het graf

foto: Maarten Kolslootfoto: Maarten Kolsloot
  1. Nieuwschevron right
  2. Column: De oude wielerkampioen en het graf

[AVROTROS] Een oude vrouw rust op haar stok. Ze wijst omhoog, naar een huis met blauwe luiken in een smalle straat. Hier, in Vallauris, een dorp aan de Côte d’Azur, woonde ooit gele truidrager Nello Lauredi. Geboren in Italië, groot geworden in Frankrijk. Tussen 1949 en 1957 ontsteeg hij aan de anonimiteit. De oude vrouw koestert haar herinneringen in een fotoboek met zwart-wit plaatjes. Lauredi’s andere dorpsgenoten lijken hem allang weer vergeten. In de cafés van zijn oude woonplaats kijkt niemand naar de Tour op een warme dag in juli.

Lauredi was een van een gouden generatie uit de kuststreek rond Cannes en Nice. Apo Lazarides - het 'Griekse kind' en strijder in het bergklassement - was in de jaren veertig een van de beste klimmers. Zijn broer Lucien werd derde in de Tour van 1951. En dan was er natuurlijk nog aanvaller en trainingsbeest René Vietto uit Cannes. Publiekslieveling en uitblinker in de Tour van 1934 met vier ritzeges. Door de Tweede Wereldoorlog zag hij z'n beste jaren verloren gaan.

De koersbeelden uit die tijd zijn haast grimmig. Banden om de schouders gehesen. Wegen zo slecht begaanbaar dat de volgauto’s er bij slecht weer vanaf glijden. Hiërarchie bepaalde veel. Het beledigen van een agent kon je als renner een tijdstraf opleveren. De eindstreep leek voor veel renners meer een verlossing dan een juichmoment. Door de valse romantiek uit die jaren - verhalen over heroïsche ritten en mannen van staal - lees je de eerste berichten over amfetaminen en doping. Over ellende en verlies.

De sterke verhalen worden krachtiger met de jaren. De fouten herhaald tot ze waar zijn. Zoals het verhaal dat René Vietto de Tour van 1934 zou hebben gewonnen als hij geen wiel had afgestaan aan z'n ploeggenoot Antonin Magne. De foto van een huilende Vietto langs de kant van de weg was sterker dan de feiten. Niemand die erbij vertelde dat Vietto toen al een straatlengte achterstond in het klassement. Scherp opgemerkt door Benjo Maso in zijn prachtige boek Wij waren allemaal goden.

De meeste hoofdrolspelers uit die jaren kunnen we niet meer ondervragen: de broers Lazarides, Nello Lauredi, René Vietto: allemaal al jaren dood. Bevestigd door de goudkleurige letters op een onopvallende grafsteen op een kerkhof in Cannes. App Lazarides ligt tegenover zijn broer Lucien. Ik denk aan de wielerkampioenen van nu. De verhalen die we nog niet kennen, en misschien nooit zullen kennen. Over wat er overblijft van een lange loopbaan aan de top. Als de fans verdwenen zijn en het gewone leven verder gaat.

Ik kijk naar de donkere grafsteen in Cannes. Alleen. Niemand anders lijkt vandaag geïnteresseerd in de oude renners. De kampioenen van toen liggen ongezien in hun graf.

Ster advertentie
Ster advertentie