Binnenland
WNL

Zorgmedewerkers over agressie en bedreigingen: 'Voor ik het wist zat het mes in mijn bovenarm'

foto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Zorgmedewerkers over agressie en bedreigingen: 'Voor ik het wist zat het mes in mijn bovenarm'

Bijna alle hulpverleners krijgen wel eens te maken met agressie, zo blijkt uit cijfers van Het Misdaadbureau, in samenwerking met NU’91. Domenique Zaunbrecher, arts op de spoedeisende hulp, weet dat als geen ander. Ook zij heeft heeft het "hele scala" aan geweld en agressie meegemaakt, vertelt ze in het WNL-radioprogramma. Mensen die hun stem verheffen, maar ook bedreigingen. "Dat er gewoon serieus in rustige omstandigheden oogcontact wordt gemaakt en wordt gezegd: als jij straks met je dienst klaar bent, sta ik op jou te wachten."

92 procent van de hulpverleners maakte in 2022 agressie of geweld mee. Bij bijna 60 procent is dat zelfs elke maand, elke week of dagelijks. Dat blijkt uit een peiling van beroepsorganisatie NU’91 in samenwerking met het Het Misdaadbureau onder zo’n duizend zorgmedewerkers.

'Voordat ik wist zat het mes in mijn bovenarm'

Zo werd verpleegkundige Jan van Geffen gestoken met een stanleymes door een cliënt. “Ik kwam zijn huiskamer in. Hij stond op, en ik dacht dat hij mij wilde knuffelen. Dat was tot dat moment normaal geaccepteerd gedrag bij deze man. Totdat hij iets uit zijn broekzak haalde, en voordat ik het wist, zat het mes in mijn bovenarm en was het er weer uit”, vertelt hij.

Ambulancechauffeur Rutger Jongejan heeft aangifte gedaan van een moment dat er op hem werd ingereden door iemand die van mening was dat de ambulance hinderlijk geparkeerd stond, omdat hij er met zijn auto niet meer langs kon. Hij was daar om iemand te reanimeren. “Terwijl ik bezig was de spullen uit de ambulance te halen, gaf hij vol gas en heeft hij mij aangereden”, vertelt Jongejan. “Mijn collega heeft op de noodknop moeten drukken.”

Hij geeft aan dat hij “best een tijdje” last heeft gehad van dit incident. “Het heeft een tijd geduurd voordat dit is afgezwakt.” Toen de politie aangaf dat hij een aangifte van poging tot doodslag moest doen, schrok hij. “Dan realiseer je je dat het een heftig incident is geweest.”

In het geval van het incident van Van Geffen ging het Openbaar Ministerie niet over tot vervolging vanwege de psychische gesteldheid van zijn belager. Daar heeft hij vrede mee, aangezien hij wel het gevoel heeft dat zijn zaak serieus genomen is. De man die op Jongejan inreed heeft een taakstraf gekregen.

'We zijn het normaal gaan vinden'

Volgens Zaunbrecher zijn veel zorgmedewerkers het geweld ‘normaal’ gaan vinden. “Want op het moment dat jij op dagelijkse basis verwensingen naar je hoofd geslingerd krijgt, en dat begint al bij de balie, als dat de norm wordt, word je dusdanig beperkt in je functioneren dat je op een gegeven moment denkt: ‘Nou ja, dan zal dit wel, en we lachen erom, en het hoort erbij.’ Maar het hoort er helemaal niet bij.”

De eerste paar keer dat mensen zich gewelddadig dragen is dat ontzettend schrikken, zegt ze. “En dan functioneer je ook gewoon niet meer. Daar is ook onderzoek naar gedaan: als blijkt dat jij op de werkvloer wordt geconfronteerd met gedrag wat bij jou een bepaalde emotie oproept, dat je gewoon minder functioneert”, zegt ze. “Dus het doet wat met de kwaliteit van zorg die je kunt leveren.”

'Mensen zien spoedeisende hulp als Albert Heijn'

Zaunbrecher, ook bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen, merkt dat mensen die op de spoedeisende hulp komen vaak denken dat ze recht hebben op zorg. “Mensen zien de spoedeisende hulp steeds meer als een soort Albert Heijn: ik ga er naartoe, want ik heb ergens last van, en dan wordt ik snel geholpen op het moment dat het mij uitkomt. Ik betaal daar zorgpremie voor, dus ik hoor ook snel geholpen te worden”, zegt ze. “En dat vind ik zelf een hele bijzondere ontwikkeling, want daarvoor is een spoedeisende hulp niet.” Die is er namelijk voor om te kijken of er iets acuuts levensbedreigends aan de hand is. “En als jij je teen hebt gestoten, kun je ook overdag naar de huisarts gaan, en dat betekent niet dat je je ’s avonds laat moet melden op de spoedeisende hulp.”

Dit soort mensen zijn vaak agressief als ze niet geholpen worden, geeft ze aan. “Vooral tegen mensen achter de balie. Die hebben het soms, vind ik, echt het zwaarst te verduren.”

Aangifte

Opvallend is dat slechts 11 procent van de respondenten van het onderzoek van NU’91 en Het Misdaadbureau aangifte deed. Van Geffen geeft aan dat er veel wachttijd tussen het moment van het incident en de aangifte zit. Henk van Dijk, programmaleider ‘Veilige Publieke Taak’ en ‘Geweld tegen Politie Ambtenaren’ benadrukt hoe belangrijk het is om dit wel te doen, en roept werkgevers op hier alert op te zijn. Geweld hoort niet bij je werk, benadrukt hij.

Het Misdaadbureau

Het Misdaadbureau

Het Misdaadbureau

Het Misdaadbureau

Een wekelijks actueel onderzoeksprogramma naar misdaad in Nederland. Daarbij is misdaad in de regio het vertrekpunt, waar de onderzoeksredactie bredere patronen en trends blootlegt.

Stuur jouw verhaal, tip of vraag naar de redactie van Het Misdaadbureau. Je kunt onze redactie een (audio)-bericht whatsappen via 06 57832894.

Ster advertentie
Ster advertentie