In verkiezingstijd willen weinig politici zich branden aan het verhogen van accijnzen op benzine. Toch moeten ze eraan geloven als het aan internationale organisaties ligt. Verhoging van de belasting op brandstof is namelijk een efficiënt en eenvoudig instrument om CO2-uitstoot tegen te gaan. Een studie onder 157 landen laat zien dat hier nauwelijks gehoor aan wordt gegeven.
'Overheden moeten accijns op benzine verhogen'
- Nieuws
- 'Overheden moeten accijns op benzine verhogen'
De vervuiler betaalt
Als automobilist betaal je het liefst zo min mogelijk voor de brandstof die in je auto gaat. Dat maakt verhoging van de accijnzen niet bepaald populair. Economen zien het echter als een van de meest kosten-efficiënte en eenvoudige manieren om CO2-uitstoot terug te dringen. Bij hogere prijzen laten meer mensen de auto staan. Naast CO2-reductie, leidt minder autogebruik ook tot vermindering van het fileprobleem, minder verkeersdoden en minder lokale milieuvervuiling. Bovendien betaalt de vervuiler en dat kun je rechtvaardig noemen. Vanaf 2000 roepen organisaties als de Wereldbank, het IMF en het IPCC overheden dan ook op om subsidiëring van fossiele brandstoffen te staken en ze juist zwaarder te belasten. Daar is nauwelijks naar geluisterd. Dat blijkt uit een studie die vandaag in Nature Energy verschijnt.
Inzicht krijgen in het al dan niet subsidiëren of belasten van benzine is lastig. Niet alle overheden zijn er open over of ze dit instrument gebruiken en vergelijken tussen landen is lastig vanwege inflatie en valutakoersen. Drie Amerikaanse wetenschappers lossen dat op door naar de prijzen die je bij de pomp voor een liter benzine betaalt te kijken. Ze creëerden een imposante dataset met literprijzen van 157 landen voor iedere maand tussen januari 2003 en juni 2015. Ook vergeleken ze deze prijzen met een wereldwijde referentieprijs. Als een land daar boven zit, is er sprake van een netto belasting, eronder kun je van een netto subsidie spreken.
Benzinesubsidie
De onderzoekers vonden 33 landen die tussen 2003 en 2015 minimaal 12 maanden lang benzine hadden gesubsidieerd. In 9 landen was sprake van voortdurende subsidie. Al deze subsidiërende landen hanteren stabiele brandstofprijzen en zijn zelf olie- of gasproducent. Het gaat om landen als Saudi Arabië, Algerije en Venezuela. In tweederde van de landen nam de belasting toe tussen het eerste halfjaar van 2003 en het eerste halfjaar van 2015. Toch is gemiddeld de belasting op benzine met 13,3 procent gedaald, stellen de onderzoekers. Dat komt omdat een aantal grote vervuilers hun belasting niet hebben verhoogd dan wel zijn blijven subsidiëren. Kijk je naar de 20 grootste vervuilers, dan vallen China, Brazilië en Indonesië op als landen met een flinke belastingverhoging.
Volgens dit onderzoek zijn we in Nederland relatief ten opzichte van de referentieprijs minder gaan betalen (ondanks de stijging van de accijnzen; onze benzineprijzen zijn minder hard gestegen dan de internationale benchmark prijs). Toch is in ons land de belasting op benzine een van de hoogste van de wereld. Alleen Noren en Singaporezen betalen meer belasting, volgens de berekening in deze studie.