Leerlingen dupe van kwaliteitsverschillen tussen scholen

Vergelijkbare leerlingen op de ene school presteren een stuk slechter dan op de andere, blijkt uit het rapport. Dat geldt voor scholen in het basisonderwijs, maar ook in het voortgezet onderwijs: Nederland is zelfs koploper als het gaat om kwaliteitsverschillen tussen middelbare scholen.

Eén of meerdere niveaus

Op de ene basisschool scoren leerlingen gemiddeld tien tot twintig punten lager op de eindtoets dan op een andere basisschool met vergelijkbare leerlingen. “Als je er vanuit gaat dat scholen ook hun schooladvies daarop baseren, dan kan dat één of zelfs meerdere niveaus schelen”, aldus de Inspectie. In het voortgezet onderwijs is gekeken naar slagingspercentages, die sterk uiteenlopen van 75 tot 100 procent. "Op dit moment maakt het voor de toekomst van leerlingen te veel uit op welke school ze terechtkomen.''

Visie

Volgens inspecteur-generaal Monique Vogelzang worden de kwaliteitsverschillen veroorzaakt door onder meer de kwaliteit van de lessen, maar ook door de sterkte van de schoolleider. Een goede school heeft een visie en ambitie, waar gericht wordt gewerkt aan doelen. Daarnaast moet een school hoge verwachtingen hebben van haar leerlingen en een sterk docententeam.

Ineke van Uden is directielid van de Maria basisschool in Rotterdam. Haar school ontving in januari dit jaar het predicaat “excellente school”, wat Sander Dekker persoonlijk kwam vertellen. Een prestatie op zich, maar helemaal als je bedenkt dat de school van ver komt. “Zes jaar geleden was de school nog zwak, we stonden op de drempel naar zeer zwak.” Visie, doelstellingen en ambitie, het zijn volgens Van Uden inderdaad de toverwoorden die de school er weer bovenop hebben geholpen.

CSG de Kluiverboom, een vmbo-school in Groningen, kent een soortgelijk verhaal. Ook daar ging het ooit minder, maar gaat het nu steeds beter. Verslaggever Mooijbroek is te gast op de school en loopt een ochtendje mee met directeur Henk Lammerts.

Luister hier het gesprek terug: