Hoe lossen we de vervreemding tussen burger en politiek op?
- Nieuws
- Hoe lossen we de vervreemding tussen burger en politiek op?
[KRO-NCRV] Oud-minister Pieter Winsemius was vandaag de hele ochtend gasthoofdredacteur op NPO Radio 1. Hij had onder anderen Jan Marijnissen en Bert Euser uitgenodigd om te praten over de toekomst van de politiek.
Als ik bijles wilde, dan sprak ik met Jan Marijnissen
Jan Marijnissen (SP) en Pieter Winsemius (VVD) hebben beiden een lange carrière in de Haagse politiek achter de rug. De keuze voor Marijnissen als gesprekspartner voor Winsemius was snel gemaakt. Toen hij nog actief was in Den Haag zocht Winsemius Marijnissen naar eigen zeggen regelmatig op: “Als ik bijles wilde hebben, dan sprak ik met Jan Marijnissen.”
Ook Marijnissen kan zich die gesprekken nog herinneren. Vaak ging het daarbij over de vraag hoe mensen het beste bij de politiek betrokken kunnen worden en hoe de vervreemding tussen de burger en de politiek opgelost kan worden.
Kroeg, kapper, kantine en de kerk
Volgens Bert Euser van Nederland lokaal zijn de 4 k’s het antwoord op de vervreemding: kroeg, kapper, kantine en kerk. Hij stelt dat politici te vaak denken dat ze het zelf weten, terwijl deze vier plaatsen “de ventplaatsen zijn, waar je oplossingen krijgt aangereikt”.
Winsemius valt op dat lokale partijen het bij gemeenteraadsverkiezingen altijd goed doen. Deze partijen houden zich meestal bezig met dingen die in de buurt spelen, bijvoorbeeld veiligheid. Het huidige kabinet heeft volgens hem de fout gemaakt de regio’s te laten vallen. Hij stelt dat het goed zou zijn als de burger op lokaal niveau weer meer invloed krijgt op dat soort onderwerpen. Bovendien zijn de verschillende bestuurslagen te onoverzichtelijk geworden. We moeten volgens Winsemius toe naar een duidelijke indeling in lokaal, nationaal en Europees niveau. Op die manier wordt het overzichtelijk en “kan politiek weer gaan leven.”
Marijnissen is het eens met Winsemius. Hij is tegen schaalvergroting, maar denkt dat miniprovincies een oplossing zouden kunnen zijn. Nu gebeurt veel op bovenlokaal niveau en daar is zeer gebrekkig democratische controle op. Het regelen van zaken op regionaal niveau heeft als extra voordeel dat regionale politici bekend zijn in hun omgeving. Landelijke politici hebben dat niet: “onbekend maakt onbemind, daar lijden lokale partijen veel minder aan.”
Bijna alle Tweede Kamerleden komen uit de Randstad
De landelijke politici hebben nauwelijks een band met de regio. Volgens Winsemius komen bijna alle Tweede Kamerleden uit de Randstad en het is niet zeker dat zij de regio’s goed kunnen vertegenwoordigen.
Een tweede grote probleem is volgens Marijnissen en Winsemius dat veel politici geen duidelijk verhaal meer hebben. Mensen hebben te maken met concrete problemen, bijvoorbeeld door de bezuinigingen op de thuiszorg, maar zien geen heldere antwoorden. Volgens Marijnissen houdt dat burgers nog meer bezig dat structuurproblemen. Landelijke politici zouden zich bezig moeten houden met dat soort grote, landelijke problemen, maar voor politici is het aantrekkelijk om zich juist bezig te houden met regionale problemen omdat zij daarmee de media halen.
Winsemius, Marijnissen en Euser zijn het erover eens dat betrokkenheid het antwoord is op de vervreemding tussen burgers en politiek. Door burgers meer verantwoordelijkheden te geven kan de kloof tussen politici en burgers worden verkleind. Euser: "We moeten van nieuwe technologieen gebruik maken om mensen meer te betrekken: dat is mijn wens voor de toekomst, het is tijd voor participatiedemocratie."