Meer dan 40 oud-mariniers doen aangifte tegen advocaat Zegveld

Jannes de Jong doet aangifte tegen de advocaat omdat zij, ook buiten de rechtszaal, beweert dat er instructies zijn geweest om de Molukse kapers tijdens de gijzelingsacties in 1977 te executeren. Zegveld maakt zich daarmee schuldig aan smaad en laster, volgens de oud-mariniers.

Een andere briefing

In een proces tegen de Nederlandse staat probeert Zegveld namens de nabestaanden van twee doodgeschoten Molukse treinkapers te achterhalen wat er precies is gebeurd en of er een instructie was om alle kapers bij de trein te doden.

De Jong was als 19-jarige militair betrokken bij de bevrijdingsactie van de basisschool in Bovensmilde, waar in 1977 gelijktijdig een gijzeling plaatsvond. De helft van de ingezette militairen ging volgens De Jong naar de school, de andere helft naar de gekaapte trein bij de Punt. De Jong was er niet bij toen er instructies werden meegegeven aan de militairen die naar De Punt gingen. "Hypothetisch gezien is het mogelijk dat zij een andere briefing hebben gekregen dan ik."

'De wereld op z'n kop'

De Jong doet aangifte omdat hij vindt dat de advocaat van de gijzelnemers buiten de rechtszaal de goede naam van de mariniers ten schande maakt. "Zegveld beschuldigt ons en zet ons neer alsof we een doodseskader van de regering waren. Alsof we willens en wetens op mensen hebben geschoten. Mevrouw Zegveld heeft ook gezegd dat het geweldsmonopolie aan de regering is voorbehouden, en dat dat is geschonden. Dat is de wereld op z'n kop."

Zegveld zegt in een reactie dat zij namens de nabestaanden een zaak voert tegen de staat en niet tegen de oud-militairen persoonlijk.