Wat te doen met een overgebleven IS-strijder?

"Om te beginnen zijn het vaak de nationale openbare ministeries die met interesse meekijken en vaak al onderzoeken zijn gestart naar de terugkeerders", zegt Bibi van Ginkel, terrorismespecialist bij Instituut Clingendael, in het NOS Radio 1 Journaal.

Van Ginkel voorziet geen grote aantallen terugkeerders. Internationale organisaties doen veel om te zorgen dat de mensen die wel terugkomen, berecht worden. "De EU en de VN ontwikkelen nu richtlijnen om de nationale onderzoeken te ondersteunen. Bijvoorbeeld door Interpol te versterken, maar ook om vast te leggen hoe verdachten gearresteerd moeten worden en hoe bewijs moet worden verzameld."

Administratie

Er is veel bewijs, denkt Van Ginkel: "Je kunt je voorstellen dat er in Raqqa als 'hoofdstad' misschien administratie is. Militairen moeten dan weten hoe ze dat moeten verzamelen."

Voor buitenlandse IS-strijders ziet de toekomst er niet goed uit. Zij hebben Raqqa niet mogen verlaten.

"Zij hebben een aantal opties. Of zich doodvechten of in handen vallen van de bevrijders. Er is ook nog een categorie strijders van wie bijvoorbeeld de Fransen of Britten niet willen dat zij terugkeren. Bijvoorbeeld omdat ze een spin in het web zijn van bepaalde jihadistische netwerken. Die worden gericht opgezocht en geëxecuteerd. Er wordt alles gedaan om te voorkomen dat zij terugkeren, maar dat zijn eigenlijk oorlogsmisdaden."