Opinie & Commentaar

Nederland schaatsland

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. Nederland schaatsland

[AVROTROS] Algemeen is toch aangenomen, zeker de laatste vijftig jaar, dat de Nederlandse kernploegen en later de commerciële ploegen, het toppunt van finesse waren/zijn in de mondiale schaatssport. Mondiaal is daarnaast nog een zeer rekbaar begrip.

Een kleine stap terug in de geschiedenis: vóór de Tweede Wereldoorlog waren het stoere mannen uit Scandinavische landen die 'helden' waren in Oslo, Gotenburg en Helsinki. Grote toernooien toen werden zo 'Noord' mogelijk verreden om zeker te zijn van goed ijs. Wat nou 'kunstijsbaan'?

Na die ons toch vaak onbekende Vikingen kwamen de Russen. In strakke legers van kilometervreters en sprinters en gespierde vrouwen die als ze reden ook wonnen.

Van Nederlands succes was nog lang geen sprake, hoewel wij ooit twee vedetten hadden die Siem Heiden en Willem Kos heetten. What is in a name, nietwaar?

Echt waar, zoek hun namen op en je komt in een wereld terecht waar 'wij' slechts meededen op respectabele afstand van de grootheden in die dagen.

'Staatsamateurs'

Pas tijdens onze Watersnoodramp in 1953 werd er door Oranje goed gepresteerd; de vergeten kampioenschappen van Kees Broekman en Wim van der Voort: Neerlands goud en zilver, maar niemand die in dat angstige weekend er iets van meekreeg.

Over die Russen nog even. Mijn vader vertelde altijd dat er in die dagen van de pre-koude oorlog wel 85.000 mensen in Moskou naar het schaatsen kwamen kijken. Mannen met historische namen als Gontsjarenko, Merkoelov, Grishin, Antson, Matoesjevitz en Sjilkov werden in die dagen 'staatsamateurs' genoemd en daar haalden de puriteinse fans in West-Europa hun neus voor op. De WK van 1962 in het uitverkochte Leninstadion werd met 48 rijders verreden. Henk van der Grift werd tweede.

Toen kwam de Nederlandse schaatswereld pas echt bovendrijven. Ard & Keessie, Hilbert-je-moet-nog-een-rondje, Bart Veldkamp, Leo 'de piloot' Visser, Rintje Ritsma, Ids Postma, Gianni Romme en Sven Kramer plaveiden de weg voor Patrick Roest.

Er waren (achterliggende) jaren dat de Nederlandse overheersing in het allround schaatsen TE groot was en dat de lust bij de 'tamelijk arme' andere schaatslanden om een versnelling hoger te gaan schakelen en meer en beter gericht te gaan trainen, schijnbaar ontbrak.

Ja, er waren van die prettige tussendoortjes geweest met Eric Heiden, die kwam, zag, overwon en direct stopte, met Johann Olov Koss die wel allround genoeg was om in Lillehammer even flink op te treden. Riep Bart Veldkamp daar niet boos en hoorbaar: "Het kan gewoon niet", toen Koss 13.30.55 reed op de tien kilometer?

Vier jaar later schaafde Gianni Romme vijftien seconden van die monstrueus goede tijd af of het niets was. Nederland zweeg. Oké, de klapschaats dus, voortschrijdende techniek.

Tegenwoordig rijden de Canadezen Ted-Jan Bloemen en Graeme Fish een minuut sneller dan Koss toen. Een minuut is twee rondjes.

Bloemen kennen we, want die was eigenlijk van ons en is nu een legale import Canadees geworden, maar Fish?

Een slanke Canadees uit Moose Jaw, geboren in 1997, kwam uit het niets en reed, bijna fluitend, maar dat was schijn, naar 12.33.86.

Ja, een Canadese no-name kwam daar ineens de Nederlandse tien kilometertuin omploegen.

Wat al die goed gesponsorde, misschien wel te veel in de watten gelegde Hollanders-op-het-ijs vergaten of niet zagen, was dat er zo nu en dan wel weer eens een ' dark horse' kon opstaan en een schaatstoernooi op zijn kop kon zetten.

Neem afgelopen week. Roest, de opvolger van Sven Kramer, werd verslagen door een Zweedse schaatser die Nils Van der Poel heet (waarna je als sportkenner dient te zeggen: geen familie van) en dat was wellicht niet echt een verrassing, maar toch.

Die Van der Poel is een kilometervreter, houdt van extreme sportprestaties, maar ontbeert het verder aan alles: geen kernploeg, geen beschikbaar medisch en semi-medisch personeel, geen salaris, geen uitgebreide coaching-staf, geen echte sponsor, geen rijke bond achter zich, geen wekker, niet afkomstig uit een poel (grapje!) aan kwaliteitsrijke afstandsschaatsers; gewoon een ietwat extravagante sportman uit Zweden, die het Hollandse troetelkind Roest even vierkant de weg naar goud afsneed.

En eigenlijk, zo weten de insiders, is de tien kilometer voor deze open-minded Viking pas zijn echt sterke afstand…Daar heeft ie pas echt plezier…

Ja, oké, hij was er even twee jaar uit geweest, maar dat je dan met 6.08.39 komt winnen in Heerenveen is niet echt volgens de verwachtingen…

Hoewel?

Buitenbeetjes

Zo eens in de zoveel jaren komen er van dat soort mannen en vrouwen langs. Buitenbeentjes die eerst met jaloezie naar al die netjes in de watten gelegde kinderen van Oranje keken en ze daarna ineens gingen verslaan. Een Tsjechische spriet met nauwelijks vlees op de botten die Martina Sablikova heet, rijdt al meer dan tien jaar als grootste tegenstandster van de Nederlandse allrounders rond. Ze weegt 53 kilo, maar als je al haar gewonnen trofeeën op een weegschaal zet, zijn dat meer kilo’s dan haar gewicht. Hoeveel vrouwen schaatsen er op niveau in haar land? Een kleine knuist vol, meer niet. Hebben ze daar een Aegon of Jumbo op de pakken staan? Hebben ze daar budgetten? Neen, het is er schrapen geblazen. Heeft zij dan niets?

Zij presteert binnen de omstandigheden die haar geboden worden (en die zijn niet slecht), maar het zijn geen Hollandse contouren om professioneel bezig te zijn.

Opkomende landen

Die heeft Fish niet, die heeft Van der Poel niet, die hebben alle thans voor topschaatsers doorgaande mannen en vrouwen niet. Grappig en waar: de vaders van Heiden en Koss waren arts en zorgden ervoor dat hun resp. zonen lekker konden gaan schaatsen en bemoeiden zich verder niet met die sport van hun kinderen…

We hebben al meegemaakt dat er ineens een Zuid-Koreaan (Lee) goed presteerde op de tien kilometer en met veel geluk (“de Sven-wissel”) goud in Vancouver won, we hebben de opstanding gezien van het Japanse vrouwenschaatsen, na ook, een decennium eerder zo’n opbloeiperiode in het Canadese vrouwenschaatsen te hebben meegemaakt.

Dat zijn steeds en steevast ijkmomenten geweest voor het Nederlandse schaatsen: doen we het wel goed? En ook: komt dat door al die Nederlandse trainers die in het buitenland gaan werken?

Het antwoord lijkt 'ja' te zijn, maar licht inslapen of een iets mindere oranje generatie op het ijs lijkt ook mogelijk.

Neem Patrick Roest: hij vocht zich de afgelopen jaren en toernooien meter per meter naast en later voorbij Kramer en wist dat hij nu de Grote Meneer van het allround schaatsen was geworden.

Dan komt zo’n nederlaag tegen Van der Poel heel hard aan, nietwaar?

Schaatskoorts

Het is bekend: er wordt door andere dan schaatsliefhebbers nog weleens badinerend over schaatsen als topsport gesproken. Uithalen als 'hoeveel toppers rijden er in de hele wereld eigenlijk rond?', zijn niet van de lucht, of ook: 'Ieder toernooi is toch een soort van Open Nederlands kampioenschap', en dat lijkt vaak ook waar.

Totdat er ineens, en uit het niets, mannen als Fish en Van der Poel opstaan. Zoals Sablikova opstond, zoals de Amerikaanse Brittany Bowe een zigzag beweging in haar prestaties laat zien en er ineens weer even is.

Ja, het is waar: Nederland is een schaatsland. Kijk om je heen en zie wat er afgelopen week gebeurde. Met een niet te stuiten hogepriester van het dunne ijs, Erben Wennemars, aan het roer moesten we geloven dat de Elfstedentocht het beste vaccinatiemiddel tegen corona was. Massaal reden we over sloot en plas en keken we, als we moe en soms met natte kleren waren thuisgekomen, naar de televisie om ene Van der Poel 'onze' Roest te zien verslaan.

Dat vond ik opmerkelijk, maar niet uniek.

In de mondiale schaatssport zit bij tijden een golfbeweging die prettig te noemen is tegen de saaiheid van te veel Nederlandse overheersing. Dat klinkt bijna verwend, maar het lijkt waar te zijn. En ja, het is een buitengewoon 'kleine' sport als je het mondiale plaatje bekijkt en wij Nederlanders hebben ons de afgelopen decennia kunnen koesteren in die heerlijk aandoende overheersing van alles dat Oranje was.

Buitenlanders

Ik denk dat mannen als Fish en Van der Poel en een vrouw als Sablikova een zegen zijn (geweest) voor de mondiale schaatssport.

Voor iedereen in dit land waarvan de Koning ook kan zeggen dat hij pootje over kan, is dat een lekker ontnuchterende wake-up call.

En uhhh, hulde voor die nuchtere mensen van het Elfstedenbestuur. Trekt u zich niets aan van al dat gedoe in de rest van het land: we weten niet beter.

Download de NPO Radio 1-app

Met onze app mis je niks. Of het nou gaat om nieuws uit binnen- en buitenland, sport, tech of cultuur; met de NPO Radio 1-app ben je altijd op de hoogte. Download 'm hier voor iOS en hier voor Android.

Ster advertentie
Ster advertentie