Nederlandse atleten leveren fors in.

De uitkomsten van de ondervraging komt voor atleet Douwe Amels niet als een verrassing. De voorzitter van de atletencommissie vertelde in Langs de Lijn En Omstreken dat vooral de groep atleten onder de nationale toppers het zwaar hebben. "Een van de dingen die ons opviel is dat de selectiestatus-atleten nu een deel van het inkomen kwijtraakt door die wedstrijden die wegvallen. Een groep atleten die het toch al lastig had, dat die het nu extra moeilijk krijgt." De atletencommissie wilde met de vragenlijst een beeld krijgen van de financiële situatie van de atleten maar ook van hun mogelijkheden om zich goed voor te bereiden op het belangrijke, nieuwe olympische jaar 2021.

Douwe Amels behoort zelf tot de groep atleten met een selectiestatus. Zij doen mee aan grote toernooien maar weten niet vaak een top acht-positie te versieren. Deze groep sporters moet het doen met een kleine bijlage, vergelijkbaar met een minimum inkomen. Maar de hoogspringer, 19e bij de laatste wereldkampioenschappen in Qatar, heeft zelf de zaken goed op orde. Met drie persoonlijke sponsoren weet hij het hoofd aardig boven water te houden en kan hij zich volledig op zijn sport richten. Dat anderen het lastiger hebben komt niet als een verrassing. "We hebben eind vorig jaar een Topsportklimaatmeting gehad van het Mullier-Instituut. Daar kwam uit naar voren dat 57 procent van de selectiestatus-atleten niet voldoende inkomsten haalt uit de sport alleen."

Atletiek is niet de enige sport waar zorgen zijn. De internationale volleybalbond (FIVB) opende een noodfonds om profspelers te steunen. Volgens beachvolleybalster Madelein Meppelink, lid van de atletencommissie, is de nood bij haar collega's hoog. Zo'n noodfonds kan voor de atleten in Nederland ook een oplossing zijn, maar Douwe Amels en de atletencommissie willen meer. "Uiteindelijk is het voor ons belangrijk dat wij in het proces worden betrokken om mee te gaan zoeken naar oplossingen."