Kabinet gehavend, maar 'het land stort niet zomaar in'
- Nieuws
- Kabinet gehavend, maar 'het land stort niet zomaar in'
Wie naar de tweede val van het kabinet kijkt, kan de indruk krijgen dat de Nederlandse politiek niet veel meer is dan ruzie en theater in de plenaire zaal. Wordt Nederland het nieuwe België, zonder regering? Prof. dr. Henk te Velde, hoogleraar Nederlandse geschiedenis en interim-decaan in Leiden, is het ook weer niet zó erg. “Het land stort niet zomaar in als we geen kabinet meer hebben,” zegt hij in dr Kelder en Co.
Video niet beschikbaar
In zijn nieuwe boek Land van redenaars en debat laat hij zien dat onze politieke retoriek al eeuwen golft tussen theatrale toespraken en gortdroog bestuur. En dat we na een periode van rumoer uiteindelijk telkens weer in relatieve rust proberen tot overeenstemming te komen. Hij vertelt erover in dr Kelder en Co.
Nederlanders hebben de neiging te denken dat ze vooral met argumenten debatteren en emotionele betogen liever aan buurlanden overlaten. Toch is dat beeld volgens Te Velde te simpel. Neem Mark Rutte, die tijdens zijn eerste coronaspeech strak en zakelijk begon, maar eindigde met het bijna sentimentele “Let een beetje op elkaar.” Voor Nederlandse begrippen een emotionele uitschieter van formaat.
Patroon van golfbewegingen
Wie de afgelopen zestig jaar bekijkt, ziet telkens hetzelfde patroon. Na de bevrijding sloeg de weerzin tegen “het brullen van een staatshoofd door den aether” om zich heen. Hitler had de schrik in het electoraat gejaagd. In de jaren zeventig kende Nederland een korte bloeiperiode van retorische politiek, waarna Lubbers en Kok het publiek weer bedolven onder technocratisch jargon, saai maar degelijk. Tot Pim Fortuyn verscheen en de boel op zijn kop zette met flamboyante speeches. Volgens Te Velde zitten we nog steeds in die retorische periode, maar is de behoefte aan bestuurlijke rust inmiddels duidelijk voelbaar. Pieter Omtzigt wist dat instinctief op te vangen, en nu lijkt ook CDA-leider Henri Bontenbal die rol op zich te nemen.
Toegankelijke Bontebal
Bontenbal staat volgens te Velde in de lijn van Willem Aantjes: “Het is een soort voorzichtig conservatisme.” Stelt hij. “Een uitgangspunt voor redelijk bestuur. Bontebal probeert de redelijkheid terug te brengen. Zijn Rotterdamse accent doet daarbij wonderen: het maakt hem toegankelijker.” Dat contrasteert met iemand als Timmermans, die met zijn dictie en woordkeuze eerder klinkt alsof hij college geeft aan de universiteit.
Frans Timmermans liet in 2014 in de Verenigde Naties zien dat deze stijl kan werken, als het maar niet in het Nederlands wordt gebezigd. Zijn toespraak na de ramp met MH17 maakte diepe indruk, al kwam dat volgens Te Velde vooral doordat hij in het Engels sprak. “Letterlijk vertaald zou het in het Nederlands vooral gezwollen klinken,” stelt Te Velde.
Opmerkelijk is te Velde’s vergelijking van Geert Wilders met oud-CPN-leider Marcus Bakker. Niet vanwege de inhoud, die kan niet verder van elkaar af staan, maar omdat beiden boosheid wisten te mobiliseren zonder in ongecontroleerde drift te vervallen. Over Joost Eerdmans stelt hij: “Dat is meer de discussiërende parlementariër. Die is gewoon constructiever.”
De staat van het redevoeren
Over de staat van de rede stelt te Velde het volgende: “Het debat is verbeterd, maar de rede, dat is natuurlijk een risico, en politici zijn risicomijdend. Ik zit te wachten tot een politicus in het midden zich daarbij in de strijd gooit.”
En zo slingert de Nederlandse politieke retoriek al honderden jaren heen en weer; van theatrale pathetiek naar ‘beschaafd’ technocratisch bestuur, en weer terug. Na het geraas en getier komt de polderstilte terug, met een lauwe kan koffie en een compromis waar niemand écht gelukkig van wordt.
Luister De Jortcast in je favoriete podcast-app
Een podcast die reageert op de hypes en hysterie in de media, met het laatste complementaire wetenschappelijke commentaar op het nieuws. Op basis van een gesprek uit de uitzending van dr Kelder en Co.
Luister De Jortcast en De Jortcast XL via NPO Radio 1 en de andere podcast-apps.