Opinie & Commentaar

En dan toch maar schaatsen…

foto: ANPfoto: ANP
  1. Nieuwschevron right
  2. En dan toch maar schaatsen…

[AVROTROS] Het verbaasde me eigenlijk niet dat Sven Kramer en gezellen de kijkcijferstrijd van de donderdagavond wisten te winnen. Zijn prachtig gereden wedstrijd, plus het steeds weer verrassende optreden van Ted Jan Bloemen plus het feit dat én Patrick Roest én zijn begeleiders, plus de aanwezige juryleden een zwak momentje kenden en dus geen van allen doorhadden dat de Nederlandse medaillekandidaat zonder rood bandje om de arm startte, waren de ingrediënten voor een best avondje schaatsen kijken op het blauwe oog.

De licht neerwaartse spiraal qua kijkcijfers voor de elkaar uit het peloton duwende opponenten op publiek en commercieel grondgebied begint op te vallen, maar is toch ook wel weer verklaarbaar. Ik laat de hogere oordelen graag aan mensen die dat willen doen en die er misschien verstand van hebben.

Ik ben die lieden echter nog niet tegengekomen de laatste weken, terwijl dit gedoe toch al even bezig is en, zo lijkt het, steeds matiger materiaal en cijfers lijkt op te leveren.

33 jaar oud

Kramer dus: onze schaatsheld van anderhalf decennium. Ja, dat staat er: anderhalf decennium. Al die tijd vult hij op de wintermaanden onze schermpjes en vaak verbazen we ons, zijn wij blij, soms licht teleurgesteld, dan weer laaiend enthousiast en toch ook weer onder de indruk van 's mans kunnen.

Waar nietsnutten, doemdenkers en onwetenden om het hardst roepen dat "oude sporters" aan de kant moeten, vraag ik die schreeuwers of ze weten dat de nummers een en twee van de 5000 meter van Salt Lake City 2020 beiden 33 jaar oud zijn. Ja, dat staat er: 33 jaar oud.

'86

Kramer is van 23 april '86 en Bloemen van 16 augustus '86. De sleet mag dan licht op het lijf van Kramer zijn gekomen (die rug zorgt ervoor dat hij een bijna andere schaatshouding moet aannemen), de Fries streed afgelopen donderdag op grote hoogte een fabelachtig duel met de even oude Bloemen, een voormalig Nederlandse schaatser die lange tijd in de schaduw van grote commerciële ploegen heeft gereden en mede omdat hij nergens door zo'n rijke ploeg werd opgepikt, zijn heil zocht in het schaatsen voor Canada en het leven in dat land.

Richting schaatstop

Voor diegenen die dat nog niet weten: Bloemens vader is geboren in de bij ons behoorlijke onbekende Canadese provincie New Brunswick (naast de Amerikaanse staat Maine dus) en keerde met zijn familie in 1964 terug naar Nederland. Om duidelijk te maken hoe anders het traject van Bloemen verliep richting schaatstop noem ik u de ploegen of ploegjes waar hij voor reed nadat hij zijn eerste schaatsstreken op de ijsclub Gouda had vertoond.

Bloemen reed o.a. voor de nu al legendarische DSB-ploeg (Dirk Scheringa en zijn luchtkastelen), voor het gewest Noord-Holland/Utrecht, voor Team Beslist (APPM) en voor het gewest Friesland. In 2012, toen hij een kantlijnschaatser was met kleine uitschieters naar boven, werd hij nationaal kampioen allround zonder lid te zijn van een commerciële ploeg; dat was een unicum.

Vervolgens sloeg de Friese stand-up comedian Jillert Anema zijn armen om de schouders van Bloemen, die dus ook nog even met de BAM-ploeg meereed, waarna hij in Project 2018 stapte, maar zich niet en nergens voor wist te plaatsen als het grote toernooien betrof.

2.0-leven

Een normaal mens zou zeggen "kap ermee", maar Bloemen koos voor een opmerkelijke voortzetting van zijn loopbaan: Canada, Calgary en trainer Bart Schouten. De man die jarenlang in de lange slagschaduw van Sven Kramer en al zijn commerciële makkers had gereden en die soms eens een mini-succesje kende, leefde op, begon zijn 2.0-leven opmerkelijk sterk en behoort inmiddels tot de wereldtop.

Hij bezit knetterende wereldrecords, een Olympische titel en afgelopen donderdag kwam daar een wereldkampioenschap bij. Niets van die races was gestolen, Bloemen, in weerwil van zijn wat blanke verschijning in het verleden en ondanks het feit dat wij in Nederland toch heel vaak met Nederlandse ogen naar het schaatsen kijken, werd wereldtopper op de lange afstanden: vijf en tien kilometer, rijdend voor Canada.

Geen rock & roll

En neen, hij is geen rappe spreker bij camera en microfoon, en vaak wint verbazing over zijn eigen optreden het van een wat dieperliggende zelfanalyse. Hij is geen rock & roll, hij is geen vedette (en kan hoogstwaarschijnlijk totaal ongemerkt door de Kalverstraat of over de Lijnbaan wandelen met vrouw en kind), hij beoefent zijn sport in voor ons Verweggistan, hij leeft, traint en verblijft constant op hoogte en vooral dat laatste aspect werkt in zijn voordeel en dus in Kramers nadeel, want die komt van drie meter hoogte in Friesland en Bloemen leeft op meer dan 1000 meter hoogte in Calgary.

Waarom ik blij was voor Kramer, ondanks het feit dat hij niet won? Omdat hij bewees dat hij, met zijn sterke kop en zwakke rug, toch bijna wereldkampioen kon worden. Omdat hij de strijd die hij met zichzelf was aangegaan ("Ik wil weer goed schaatsen als ik fysiek wat beter ben") en nog bijna wereldkampioen werd.

Bizar

Hoe bizar eigenlijk is het die twee mannen te aanschouwen: de een een gelouterde kampioen, rijk, zelfverzekerd maar fysiek kwetsbaar, een standbeeld van een sporter en daar tegenover een man die, in een uiterste poging nog iets uit zijn sportleven te halen, naar een nieuwe wereld (voor hem) verhuisde en daar zichzelf ging bewijzen.

Kramer haalde in zijn loopbaan bijna zestig medailles op, Bloemen even meer dan tien, Kramer won de 5000 meter op drie Olympische Spelen en bezit zoveel edelmetaal dat zijn medaillekamer nog steeds uitbreiding behoeft en langzaamaan een museum is geworden. Zonder een centimeter te overdrijven noem ik Sven Kramer een van de grootste sportmensen ooit in Nederland. De vraag is nu of we Ted Jan Bloemen nu ook al in superlatieve vorm namen en bijnamen moeten gaan geven.

Constant op hoogte

Zijn werkelijke gang naar de top begon pas toen hij, ver uit ons zicht, in 2014 in Canada begon met het oppikken van zijn nauwelijks bekende loopbaan. Hij ging opmerkelijke tijden rijden en kampioenschappen voor de Nederlandse concurrenten verprutsen; door de strenge manier van trainen in Calgary en het constant op hoogte wonen, werd hij een te duchten tegenstander voor Kramer en de weinige andere schaatsers die op hun niveau konden acteren.

Bloemen werd geen vedette die direct aan ons appelleerde als een sportheld. Gek, maar waar, hij bleef dat verhaal van die eerste zeven jaar als een last met zich sjouwen en heel, heel langzaam, werd hij een kleine vedette die race per race, kampioenschap per kampioenschap, beter ging presteren.

Ja, hij reed op de baan van Salt Lake City in 2017 een wereldrecord van Kramer uit de boeken en maakte toen een denkfout, waarschijnlijk ingegeven door overkokende blijheid. Voor de lenzen van vele filmers en fotografen, vernielde hij het naambordje van Kramer op een manier die niet echt bij een ware opvolger paste.

Waardig omgaan met medesporters

Ik heb toen gedacht: "Als hij erover nagedacht had, had hij het waarschijnlijk niet gedaan." Kampioen zijn vraagt een waardige manier met het omgaan van medesporters, ook al zijn het "buitenlanders" en tegenstanders. Ik heb ook gedacht: "Misschien zit er tussen beiden nog wel iets van oud zeer." In de jaren dat Bloemen ploeterde en met kleine budgets te maken had (en soms helemaal geen financiële ondersteuning!!), was Sven Kramer Koning in schaatsland. Dat zou ergens misschien weleens een hick-up hebben kunnen even.

Afgelopen donderdag was Bloemen een halve seconde sneller dan Kramer. Zeg een kleine zes meter op vijf kilometer, een afstand die ik "ervaringsafstand" moet noemen. Knap gedaan voor de Canadese Nederlander die het voordeel kende na Kramer te kunnen starten. Waarom Kramer zo vroeg startte? Omdat hij, teruggehouden door die rugblessure, niet voldoende wedstrijden en punten bijeen had gereden in het voorseizoen. Simpel.

Van de NOS-uitzending van die avond blijft me nog een zin van schaatskenner Erben Wennemars in de oren hangen. Hij stelde: "Als Sven verslagen wordt is dat door iemand die beter is." En daar trok hij zo’n bekend Wennemars-koppie bij: kin iets te stoer omhoog, felle ogen en de uitstraling van "ik kan en mag dat als enige ter wereld nu zeggen".

Misschien, dacht ik later die avond/nacht… Misschien was het voor de kwebbeltafels van die avond aardig of leuk geweest iets van het leven van Bloemen aan Nederland te tonen. Een andere visie wellicht dan die door Studio Sport altijd (en zeer goed) wordt verzorgd en aan Nederland wordt vertoond. Daarmee hadden die programma’s ingespeeld op een werkelijk nieuwsfeit.

Reële woorden

Niet dat ze dan de kijkcijferslag gewonnen hadden, want dat doet Sven Kramer al anderhalf decennium bijna geheel solo. Het kijken naar een grootheid van zijn postuur en met zijn geschiedenis trekt ons, als door een magneet aangetrokken, bijna automatisch naar de kijkbuis. Zijn woorden op donderdagavond waren aardig. Voor Bloemen en eigenlijk ook voor zichzelf. Het waren in ieder geval reële woorden.

Het verbale gedeelte van Bloemen was wat aan de magere kant, maar al doende leert men. Sven was ook niet meteen een scherpe verteller en zelf-analiticus. En hij vergat geen bandjes om zijn arm te doen.

Ster advertentie
Ster advertentie