Wacht op niemand…?
- Nieuws
- Wacht op niemand…?
[AVROTROS] Hoe vaak heb ik, gniffelend, belerend en misschien zelfs wel licht plagend geroepen dat 'De Tour op niemand wacht'? Vaak, heel vaak; het hoorde bij het standaardpakket 'Tour-wijsheden', nog net niet op tegeltjes uitgegeven.
Ik ga twee weken terug in de tijd. Op zaterdag werd de laatste etappe van Parijs-Nice, ooit zo hemels fraai 'De rit naar de zon' genoemd, verreden. Rond die tijd stuurde de Belgische coureur Thomas de Gendt een tweet de wereld in, die hij afsloot met de veelzeggende term 'The last men standing'. Hij doelde op de bijna 90 renners die op die zaterdag van start gingen op weg naar La Colmine, een rit van 166.5 kilometer.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Terwijl overal in Europa het wielrennen op slot was gedaan, liet Christian Prudhomme, de ASO-baas, de renners 'gewoon' van start gaan. Ja, er waren maatregelen genomen: er was geen publiek bij de start en de finish toegestaan, men mocht op ruim 150 meter van start en finish toekijken. De televisie zond de ruime finale van de wedstrijd uit, in België uiteraard live. Bij ons in Nederland bij de publieke omroep in ultrakorte samenvattingen.
Mijn Vlaamse VRT-collega Michel Wuyts noemde Prudhomme op enig moment in zijn reportage 'de zonnekoning' en scoorde hiermee hoog. Zeker bij insiders.
Al dagen wachtten vele betrokkenen aan deze wedstrijd en het grote publiek op het eindsignaal van de wedstrijd, of, om in wielertermen te blijven, op de definitieve rode vlag.
Die kwam, voorzien en aangekondigd, pas op zaterdagavond. De zondagse rit Nice-Nice zou niet verreden worden omdat de burgemeester van Nice dat verordonneerd had. Hij wenste geen samenscholingen van welke orde dan ook in zijn stad; geen publiek, geen renners, geen wielerpersoneel, helemaal niets.
Nairo Quintana won de laatste etappe en de knap vermoeide Duitser Maximillian Schachmann werd eindwinnaar van de tot dat moment laatste grote wielerkoers van het seizoen 2020.
Op de officiële kalender van de UCI World Tour stonden vanaf toen nog twee wedstrijden open en de rest werd of was al heel snel afgelast, inclusief die koersen in oktober die, zoals zo vaak, in Lombardije en omstreken het seizoen, in stijl, afsluiten. Kon het pregnanter?
De twee grote koersen die tot op moment van schrijven nog open staan zijn de Ronde van Frankrijk (27 juni tot en met 19 juli) en de Ronde van Spanje (14 augustus tot en met 6 september), beiden georganiseerd door de ASO, de werkgever van Prudhomme. O ja, de opening van de Vuelta is de ploegentijdrit Utrecht-Utrecht. Ja, U leest dat goed. Maar… Hardfietsen in Spanje?
Eergisteren liet de Franse minister van sportzaken, Roxana Maracineanu, ooit een goede rugslagzwemster, weten dat er kans bestaat de Tour achter gesloten deuren te gaan rijden. Dat komt dan neer op: geen publiek bij start en finish, geen Vipdorp, geen invité’s rond de ploegleiderswagens en teambussen, geen reclamekaravaan en zo min mogelijk mensen rond de renners.
Een totaal uitgeklede Tour dus, maar…
Maar?
Het parcours van de Tour is vijfendertighonderd kilometer lang. Hoe ga je die afstand, aan beide zijden van de weg, behoorlijk gecontroleerd afsluiten? Hoe vertel je de mensen dat ze niet langs de kant van de weg mogen staan/zitten/kamperen/klappen.
Het is maar een eerst opkomende en primaire gedachte.
De mensen van de ASO, in nauwe samenwerking met de Franse regering, bestuderen nog steeds de mogelijkheden en houden er eentje open toch op 27 juni van start te gaan.
Hoe de wereld er dan uitziet, weet uiteraard niemand, maar de Fransen willen, in de veelheid aan afgelaste mondiale en regionale sportevenementen, zo het lijkt, flink doordrukken. Of ze hebben in het land van Marianne betere en andere informatie dan 'wij', de rest van de wereld, of ze gaan roekelozer met deze materie om, gedreven door…?
Ja, door wat eigenlijk?
Prudhomme nam in Parijs-Nice een behoorlijk risico met zijn kleine peloton. Op 80 kilometer afstand van de koers stierven in Italië mensen als ratten, in nauwelijks te bevatten hoeveelheden. Drie colletjes verderop ploegden zwetende, hijgende sportmensen op een fiets tegen bergen op en lanceerden ze massasprints, waar schouder aan schouder en bil aan bil werd gewrongen voor een ereprijs.
Vanwaar dit opmerkelijke optimisme? Staat het niet ver van de realiteit vandaan? Of zijn die andere mensen in de wielersport, die koersen afgelasten allen 'defaitisten', mensen die moedeloos zijn of zijn geworden en die geloof in een nederlaag meer aanhangen dan wat de ASO-mensen nu nog doen.
Is het 'doorduwen' van de Fransen sociaal gezien acceptabel, of is dat een vraag voor later?
Of beter: komen de antwoorden later en hoopt men op weinig of geen medische 'ontsporingen' en incidenten en, als het binnen alle perken blijft, kunnen de mensen van de ASO dan in volle sprint al rechtop gaan zitten om, als superieure sprinters, zeker te zijn van de overwinning? Hun overwinning dus.
En wat winnen ze dan eigenlijk?
Dat zij, de Fransen, komend uit een land dat thans nog hermetisch op slot zit en even
hard als vele andere naties, aan het lijden is, de eersten zijn die het wél aandurven een groot sportevenement op te tuigen en de vrije hand te geven aan de organisatoren en renners. Is hun keuze er eentje van ingecalculeerd risico? Het heeft er alle schijn van.
En wil iedere profrenner, zoals iedere profrenner dat al een ruime eeuw wil, de Tour rijden? Als bewijs van pure, onversneden mannelijkheid. De Tour van 2020 wel te verstaan en wel coûte que coûte.
Mooi Frans begrip: coûte que coûte. In onze taal: tegen elke prijs.
Maar dan: welke is elke prijs?
Ik hoor niet bij een peloton van doemdenkers, maar heb de afgelopen weken toch wel mijn wereldbeeld bij moeten stellen. Voorzichtigheid is geen vriend van roekeloosheid, maar komt voort uit niet alleen angst, maar ook verstand van zaken.
Is het over de wegen van La Douce France jagen van een kleine 200 jonge mannen in latex pakjes vol reclame-opschrift roekeloos of kan het zonder enig gevaar gebeuren en zo ja, wie, welke organisaties met kennis van zaken, beslissen dat? En fietsen ze daar ook als niet alles water- en virusdicht is?
De Tour is ’s wereld grootste en meest publiciteit vretende bewegende sportcircus waar niemand ook maar een dubbeltje entreegeld voor hoeft te betalen om het te zien. De ASO moet het hebben van rechtengelden (televisie en radio) als bulk van haar inkomsten.
Ja, het is waar, als op 17 juni de Tour van start zou gaan, is een massagolf aan kijkers een feit en zal de hele mondiale televisiewereld, tot in de verste uithoeken, willen zien hoe dat sportevenement in Frankrijk WEL doorgaat, waar vrijwel alle andere in de schuur gezet zijn.
Zonnekoning dus?
Het heeft er schijn van, maar dit schrijf ik op 27 maart 2020, vrijwel in het bezit van mijn verstandelijke vermogens. Tussen nu (angst, dood en verderf, licht anarchisme, domheid en heel veel onzekerheid) en straks liggen een kleine negentig dagen.
Is het dus een mega grote gok? Wat kan er in 90 dagen gebeuren?
Het zijn dagen waarin, overal ter wereld, honderden, misschien wel tienduizenden, misschien veel meer doden zullen vallen. En gedurende die dagen mogen renners zich opwarmen voor de koers en proberen de Fransen het vrijwel onmogelijke te verwezenlijken; doorgaan met iets dat bijna niet kan en dat, zo denk ik, bijna moreel te verwerpen is.
Ter glorie van wie doen ze dat eigenlijk? En wat bewijzen ze dan?
Mijn opa, een prachtige, belezen en wijze sociaaldemocraat van de oude stempel, keek of luisterde, nooit naar de Tour de France of las erover en zei me weleens daar niets aan te missen.
Zijn kleinzoon 'coverde' 42 maal de Tour en draagt die wedstrijd soms in zijn hart mee. Echter niet tegen iedere prijs en de bewegingen van de ASO en Franse regering, doen daaraan toch ernstig denken. Je zou bijna denken aan een Trumpistische gedachtegang.
Om in licht andere sferen te eindigen: de Franse renner Thibaut Pinot, in de kracht van zijn leven, leeft opgehokt in zijn eigen, zeer afgelegen boerderij en traint dagelijks op de rollen. Zijn ouders wonen op een kilometer afstand. Hij mag hen niet bezoeken, noch aanraken. Zijn moeder is verpleegster en zijn vader is begrafenisondernemer. Dat is de werkelijkheid van de wereld van nu.