Minister Van Hijum wil fors minder flexwerk: 'Het is compleet doorgeschoten'
- Nieuws
- Minister Van Hijum wil fors minder flexwerk: 'Het is compleet doorgeschoten'
Met zijn nieuwe plannen wil Eddy van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, flink meer mensen aan een vast contract krijgen. Dat moet zorgen voor meer zekerheid onder werknemers: "Mensen in de flexibele schil zijn veel vatbaarder voor armoede", zegt hij in Dit is de Dag (EO).
Video niet beschikbaar
Nu heeft 43 procent van de werknemers in Nederland een onzeker arbeidscontract. Wat Van Hijum betreft, wordt dat hetzelfde als het Europees gemiddelde: 20 procent. "Ik denk dat je in een economie altijd flexibiliteit en wendbaarheid moet houden, dus ik wil niet naar nul. Maar ik vind wel dat we nu compleet zijn doorgeschoten in die flexibiliteit."
In zijn nieuwe plannen staat dat werknemers sneller een vast contract moeten krijgen, gaan nulurencontracten in de ban en moet het lastiger worden om tijdelijk contract op tijdelijk contract te stapelen.
Vatbaar voor armoede
Volgens Van Hijum groeit er een tweedeling op de arbeidsmarkt. "De vraag of je wel of geen vast contract hebt, bepaalt of je werk en inkomen hebt en of je zekerheid hebt om je rekeningen te betalen. Maar ook bepaalt het of je verzekerd bent voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en of er gespaard wordt voor je pensioen of voor scholing."
Hij maakt zich dan ook zorgen over de zekerheid van flexwerkers: Je ziet dat mensen in de flexibele schil zitten daar vaak moeilijk uitkomen, kwetsbaarder zijn en vatbaarder voor armoede. Daar moeten we iets aan doen. Dit is het eerste voorstel om die balans te herstellen."
Natuurlijk zijn er ook mensen die bewust voor het ondernemerschap kiezen, weet Van Hijum. "Maar er zijn ook mensen bij die voor werk en inkomen afhankelijk zijn van die onzekere vorm en zich er moeilijk aan kunnen onttrekken. Daarmee wentel je een deel van het verdienmodel van Nederland af op die kwetsbare groepen. Dat moeten we tegengaan."
Ondernemers en werkgevers
Ondernemers zijn kritisch op het plan dat nulurencontracten verdwijnen. Zo moeten werknemers straks tenminste een aantal uur ingeroosterd worden, waar 30 procent omheen flexibel mag zijn. De ondernemers wijzen erop dat ze flexibiliteit nodig hebben om onzekerheden op te vangen.
Van Hijum ziet daarin minder beren op de weg: "Oproepcontracten zijn er om misschien in bepaalde leemtes te voorzien, maar ook als je daar een minimaal aantal uren voor afspreekt kun je prima nog die flexibiliteit organiseren. Dus we zullen daar oog voor houden. Ook zal er een uitzondering zijn voor mensen die de flexibiliteit makkelijk aankunnen, zoals scholieren of studenten."
De nadelen van de algemene constructie zijn veel groter dan de voordelen, stelt Van Hijum. "Er is geen groep die zo vatbaar is voor armoede, ook werkende armen, als deze groep die onder het oproepcontract valt. Dus daarom is het echt verstandig om daar meer zekerheden voor in te bouwen."
Ook wil hij het vaste contract voor werkgevers weer aantrekkelijker maken. Kritiek luidt dat het vaste contract niet is gemoderniseerd en zwaar is gereguleerd. Ook richting werkgevers wil hij wat doen: "Juist aan de kant van de werkgevers willen we een aantal zaken soepeler maken, zoals de loondoorbetaling bij ziekte."