Zestiende-eeuws 'nudistenkamp' wegens verbouwing verplaatst
- Nieuws
- Zestiende-eeuws 'nudistenkamp' wegens verbouwing verplaatst
[VPRO] Lucas van Leydens Laatste Oordeel uit 1527 is het topstuk van Museum De Lakenhal in Leiden. Het is een geschilderd drieluik waarop de Dag des Oordeels is afgebeeld. De doden staan op uit hun graven om hun lotsbestemming te bereiken: links de brave zielen vergezeld door engelen, rechts de stoute vergezeld door duiveltjes en in het midden Jezus op een wolk.
Het is een rijk gevuld schilderij. Tien mensen zouden het op tien verschillende manieren beschrijven. Jan Wolkers, die nooit genoeg kreeg van het Laatste Oordeel, beschreef het werk verlekkerd in zijn roman De walgvogel (1974).
“Links werden de naaktlopers door engelen naar laaghangende wolken begeleid, waarop ze in drommen van roze vlees ten hemel stegen als in een droomlift. En rechts sleepten duivels met bokkenkoppen, en met vleermuisvleugels aan hun armen, en een grote hangtiet als een gore zak op hun borst met een tepel als een augurk of een afschuwelijk smoelwerk op hun onderbuik waar een lekkende tong uit kronkelde de zondaars – maar vooral de zondaressen – aan een enkel of aan hun lange slierten geel haar met hun blanke zondige vlees naar de geopende vurige vlammenmuil van een walvis met drakentanden.”
Dit citaat werd gisteren door Wolkers-biograaf Onno Blom voorgelezen in het NPO Radio 1-programma Vroege Vogels, dat rechtstreeks vanuit Museum De Lakenhal kwam. Later in de uitzending werd de Jan Wolkersprijs uitgereikt voor het beste ‘groene boek’ (een boek waarin de natuur de hoofdrol speelt). De prijs ging naar Albert Beintema voor zijn boek De grutto.
Jan Wolkers beschreef het Laatste Oordeel in De walgvogel ook als een “super-nudistenkamp”. “Wolkers liep als klein jongetje uit Oestgeest, zijn geboortedorp, over de Rijnsburgerweg naar Leiden”, vertelde Onno Blom in Vroege Vogels. “Hij kwam hier naar de Lakenhal om te kijken naar de schilderijen. Voor hem was Leiden echt de plaats waar de kunst zich openbaarde. En met name de schilderijen in de Lakenhal. Daar was dit topstuk iets wat hem mateloos fascineerde, en dat had zeker te maken met dat naakt. Jan was een gereformeerd jongetje, hij durfde bijna niet te kijken. Hij keek blozend naar dit schilderij.”
Zwart-witscan
De prijsuitreiking en Wolkers’ gebloos vonden plaats in de Lakenhal, maar het drieluik van Lucas van Leyden is daar nu niet meer. De presentatoren en jury van de Jan Wolkersprijs zaten voor een zwart-witscan van de ondertekening van het schilderij, zichtbaar gemaakt met infraroodreflectografie. Het origineel is sinds enkele weken in de eregalerij van het Rijksmuseum in Amsterdam te zien, en daar blijft het voorlopig logeren.
De Lakenhal is namelijk de komende jaren dicht voor renovatie en uitbreiding. Het project gaat twee en een half jaar duren; in 2019 opent het museum zijn deuren weer. “We hebben een zeventiende-eeuws gebouw en het is heel erg hard nodig”, zei museumdirecteur Meta Knol erover in Vroege Vogels. “Er wordt al decennia over gesproken dat het tijd wordt om te restaureren. En de laatste uitbreiding van het museum was in 1921, inmiddels bijna honderd jaar geleden.”
Een prijsuitreiking in de Lakenhal, een renovatie van het gebouw en een verhuizing naar het Rijksmuseum: de drukte rondom het Laatste Oordeel begint de drukte op de drie panelen te evenaren. Maar het is niet alleen maar chaos. Te midden van alle gekte in het Laatste Oordeel is er een detail dat bij veel mensen in het oog springt. Op het serene linkerpaneel leidt een engel een gelukkige ziel de hemel in.
Met zijn hand op de blote billen van de uitverkorene duwt hij hem voorzichtig richting de hemelpoorten. De engel kijkt over zijn schouder naar ons, de toeschouwers: kijk, deze is gered, gedraag je en jij mag er straks ook in. “Niet naar het rechterpaneel kijken”, zegt de engel tegen de naakte jongen. “Kom naar het Rijksmuseum”, fluistert hij naar ons.