'Weekendscholen vormen een risico van de integratie van Syrische kinderen'

Spraakmaker Natasha Harlequin, strafrechtadvocate, is het pertinent oneens met deze stelling. Zij vindt dat kennis van de eigen roots kinderen sterker en weerbaarder maken. Zij wil niet dat een kind nu al een keuze moet maken tussen Syrië en Nederland. Ze hebben kennis van beide culturen nodig.

Ook mediasidekick Jan Kees Emmer, voormalig adjuncthoofdredacteur van de Telegraaf is in aanzet enthousiast over de komst van deze scholen. Hij begrijpt de ouders goed. Toen hij in de Verenigde Staten woonde, stuurde hij zijn kinderen op donderdagmiddag naar een Nederlandse school. Ze spraken Amerikaans, waren veramerikaanst. Maar hij wist dat ze ooit terug naar Nederland zouden gaan, en wilde niet dat ze dan een grote achterstand zouden hebben. Wel heeft hij vrees voor mogelijk islamonderwijs.

Nederlands beheersen

Luisteraar Freek Bos denkt dat het op zich niet slecht is als kinderen Arabisch leren, maar hij vreest ervoor dat kinderen te veel bij elkaar gaan klitten en zich gaan afzonderen. En als ze het Nederlands onvoldoende beheersen dan kunnen ze moeilijk anders.

Sociolinguïst Maaike Hajer benadrukt dat goede kennis van de moedertaal ook goed is voor de schoolprestaties van de kinderen. Dat denkt ook Omar Al Sawi, die betrokken was bij de oprichting van twee van zulke scholen. "Wij willen vooral kinderen hun capaciteit laten bereiken." Ze hebben al kennis, maar die hebben ze in het Arabisch. Omdat hun Nederlands in het begin nog niet zo goed is, hebben ze ook met andere schoolvakken moeite, en kan niet op de basis die ze al hebben verder worden gebouwd. Dat heeft Al Sawi ook ervaren toen hij zelf Nederlands begon te leren.

De scholen van Al Sawi zijn gericht op integratie, vertelt hij. Als kinderen op niveau zijn, is dat makkelijker. Maar hij wil ook dat de kinderen met hun neefjes en nichtjes die elders in Europa wonen kunnen blijven praten. Op zijn scholen is geen religieus onderwijs, benadrukt hij. En de lessen worden betaald door bijdragen van de ouders.

Lessen voor kinderen van statushouders

Ook luisteraar André Kremer belde. Hij werkt als jobcoach bij Vluchtelingenwerk en heeft een in Schiedam zo’n school opgericht. De broer van één van zijn Syrische cliënten heeft een taalschool in Dubai, en gebruikt daar heel moderne methoden. Zij wilde die ook graag in Nederland toepassen, en zo zijn ze begonnen met lessen voor kinderen van statushouders op zondagochtend.

De kinderen spreken als ze op school komen al Nederlands met elkaar. Ouders zien dat en voelen zich vaak hulpeloos. Zij hebben meer moeite met integreren dan de kinderen, ze vinden moeilijker werk en leren de Nederlandse taal minder snel. "Op een avond waar kinderen gedichtjes in het Arabisch voordroegen en toneelstukjes deden zag je wel dat ouders ontroerd waren."