Waarom het aantal jonge stamceldonoren flink afneemt
- Nieuws
- Waarom het aantal jonge stamceldonoren flink afneemt
Met jouw gezonde stamcellen zou je het leven van een ander kunnen redden. Maar zoals het er nu naar uitziet, zal het aantal jonge donoren (18-35 jaar) in tien jaar tijd halveren, als er niet wordt ingegrepen. Daarom wil Stichting Matchis tijdens de Week van de Stamceldonor vooral deze jonge donoren inspireren. "Achteraf gezien zou ik het zeker weer doen", vertelt jonge stamceldonor Youp van ’t Hoff in De Nieuws BV.
Video niet beschikbaar
Het is voor Matchis belangrijk dat hun bestand met stamceldonoren zo groot mogelijk is. Hoewel het aantal donoren is toegenomen, blijft de aanwas van jonge donoren achter. "Ons bestand is aan het vergrijzen. De stamcellen van jonge mensen slaan beter aan, maar jongeren zijn voor ons moeilijk te bereiken", vertelt Bert Elbertse, woordvoeder van Stichting Matchis.
Werving
Stichting Matchis werft jonge stamceldonoren bijvoorbeeld bij universiteiten. Zo is Van ’t Hoff ook donor geworden. Bij de introductieweek van zijn universiteit stuitte hij op een kraampje van Matchis. Hij was benieuwd, raakte in gesprek en heeft uiteindelijk een staafje met speeksel achtergelaten. "De combinatie van het feit dat je een leven kan redden én dat het mij heel makkelijk gemaakt werd om in de databank te komen, heeft me overgehaald." Vervolgens werd Van ’t Hoff pas zes jaar later gebeld voor een donatie. Je moet namelijk een match zijn met de patiënt en de kans dat je wordt opgeroepen is heel klein.
Dit is hoe het werkt
En als je dan eenmaal gebeld wordt? Dan ga je naar het ziekenhuis om bloed te laten prikken en voor een medische check. "Aan de hand van het bloed wordt dan gecheckt welke donor de grootste overeenkomst heeft met de patiënt", vertelt Van ’t Hoff. "Een week voor de donatie moet je eerst extra stamcellen aanmaken, omdat je niet je eigen cellen weg kan geven. Je moet drie keer per dag een prikje met groeihormonen zetten in je buik. Aan het eind van de week worden deze extra stamcellen uit je bloed gehaald."
In 85 procent van de gevallen worden stamcellen uit je bloed gehaald. "Het zit in ons collectieve geheugen dat stamcellen uit je beenmerg worden gehaald, maar dit gebeurt dus het minst", zegt Elbertse. "De stamcellen worden 'geoogst' uit je bloed en dat bloed krijg je ook weer terug. Je kan zelfs de stamcellen naast je in een zakje zien vallen." Als het wel uit je beenmerg wordt gehaald, ga je onder narcose.
Jongeren moeilijk te bereiken
Volgens Van ’t Hoff zou de dalende aanwas van jongeren kunnen komen door alle stappen die je moet doorlopen. "Het begint al met het aanmelden, speeksel afnemen en dat vervolgens weer terugsturen. Hoe klein die handelingen ook zijn, ze worden toch vergeten." 20 procent van de mensen vergeet het wattenstaafje met speeksel terug te sturen, vertelt Elbertse. "Dan bellen we erachteraan en is dan wel effectief. Ons grootste probleem is het bereiken van jongeren. Uit ons onderzoek blijkt dat jongeren graag persoonlijk benaderd willen worden, maar daar hebben we de mankracht niet voor." Wat wel goed werkt, zijn brieven. Dat zou je misschien niet verwachten bij jongeren, maar omdat ze nog maar zo weinig brieven krijgen lezen ze die sneller.
Van ’t Hoff heeft getwijfeld toen hij de oproep kreeg om stamcellen te doneren. "Het is een heftige ingreep en ik vroeg me af of ik het wel moest doen." Toch besefte hij weer dat hij hiermee een leven kon redden. Hij sprak tijdens zijn donatie een man twee weken eerder stamcellen had gekregen. "Hij vertelde mij dat hij er zonder donatie niet meer was geweest en dat hij het goed vond dat ik dit deed. Achteraf gezien zou ik het dus zeker weer doen."
Wil jij je ook aanmelden als stamceldonor? Kijk op aanmelden.matchis.nl