Meer studenten blijven thuiswonen

Vooral onder 19-jarigen is er weinig animo om het ouderlijk huis te verlaten. Het aantal verhuisde 19-jarigen daalde met 7 procent het meest.

In de meeste universiteitssteden is de daling te zien, in Utrecht het meest. Naar Utrecht verhuisden ruim 700 jongeren minder dan in dezelfde periode van 2015. Dat is bijna een kwart minder. Alleen naar Eindhoven en Leiden verhuisden weer iets meer nieuwe jongeren dan in 2015.

Studiefinanciering

Vooral vanaf de Veluwe daalt het aantal jongeren dat op kamers gaat. In die regio vertrokken slechts 1904 jongeren, tegen 2242 een jaar eerder.

De daling begon in het studiejaar 2014/2015, toen het nieuwe studiefinancieringsstelsel werd ingevoerd, waardoor de basisbeurs niet langer een gift is, maar een lening. Veel jongeren zouden het te duur vinden om op zichzelf te gaan wonen.

'Aanvullende beurs verruimen'

Volgens Jan Sinnige van het Interstedelijk Studenten Overleg zouden financiële redenen om niet op kamers te gaan geen hoofdreden moeten zijn om thuis te blijven wonen:

"Als je weloverwogen besluit om bij je ouders te blijven wonen, dan is dat natuurlijk helemaal prima. Maar het punt is wel dat je daar een keuze in moet hebben. Je moet er niet door gedwongen worden omdat je door financiële redenen niet naar een andere stad kan. We moeten er niet voor zorgen dat straks in de grote studentensteden alleen nog maar zoons en dochters van dokters zitten en dat de mensen die het wat minder breed hebben daar niet meer kunnen wonen, want dan worden het rijkeluisdorpen.

Ik zou het liefste zien dat de aanvullende beurs wordt verruimd. Nu is de aanvullende beurs maar voor een heel klein groepje toegankelijk. Dat zouden we graag verruimd zien, zodat mensen die het over het algemeen niet breed hebben wel gewoon naar steden kunnen waar ze heen willen en echt goed kunnen studeren."