'Meer spoedaanvragen uithuisplaatsing kinderen'

Vanwege de coronamaatregelen komt de hulpverlening niet altijd meer bij een gezin thuis. Om henzelf te beschermen, omdat vanuit de instantie wordt bepaald dat ze niet langsgaan of om ouders te beschermen voor besmetting. Daarbij kunnen kinderen niet naar school, dus de druk in gezinnen wordt ook verhoogd.

Het toezicht op het gezin valt weg, waardoor bijvoorbeeld een gecertificeerde instelling (GI) een acute noodsituatie beschrijft en een spoedaanvraag indient voor uithuisplaatsing. Krol denkt dat instanties nu sneller naar deze spoedmaatregel grijpen.

Verschil tussen reguliere en spoedaanvraag

Een spoedaanvraag houdt in dat de GI, Jeugdzorg, of de raad van Kinderbescherming een mondeling verzoek doet bij de rechtbank. Daar bepaalt de piketrechter direct of een kind uit huis geplaatst wordt. Is dat het geval, dan volgt binnen twee weken een zitting om te bepalen of die maatregel juist was. Bij een regulier verzoek blijft het kind thuis wonen tijdens de procedure.

Onderzoek stopgezet

Naast dat er verminderd toezicht is bij gezinnen waardoor uithuisplaatsingen kunnen volgen, ziet Krol dat de (begeleide) omgang met kinderen in een instelling of pleeggezin afneemt of volledig is stopgezet tot 6 april. Dat is afhankelijk van het beleid van de begeleidende hulpverleningsinstantie.

Daar zit Krols angst. Wanneer een kind uit huis geplaatst is, moet er onderzoek gebeuren wat nu ook op zich laat wachten. "Wanneer kan een kind uiteindelijk weer terug naar huis met de juiste hulpverleningsinstanties?" Onderdeel van het onderzoek is de omgang tussen ouder en kind observeren, voldoen ouders aan bepaalde methodieken?

Rechtspraak ligt stil

De rechtspraak ligt eveneens gedeeltelijk stil, waardoor verlengingsverzoeken ook niet behandeld worden. Als een uithuisplaatsing ambtshalve verlengd wordt, zonder hoor en wederhoor en zonder tussenbeslissing, dan heeft Krol met de coronacrisis wel begrip voor. "We moeten met z'n allen een beetje inschikken."

Echter, waar Krol voor vreest is dat bijvoorbeeld een baby te lang van de ouders weg is vanwege de vertraagde gang van zaken. "Wat de richtlijnen aangeven is dat na een half jaar de hechting zover is, dat een baby niet meer terug zou kunnen komen." Als een uithuisplaatsing dan met drie maanden verlengd wordt, maar de hulpverlening ligt stil, is wel de helft van die periode voorbij. "Heeft deze ouder dan nog wel de kans om uiteindelijk te gaan werken naar terugplaatsing?"

Download de NPO Radio 1 app

Met onze app mis je niets. Of het nou gaat om nieuws uit binnen- en buitenland, sport, tech of cultuur; met de NPO Radio 1 app ben je altijd op de hoogte. Download 'm hier voor iOS en hier voor Android.