Sociaal bungeejumpen
- Nieuws
- Sociaal bungeejumpen
[NTR] Ik was eens D66-er op het GroenLinkse af. Rechtse mensen vond ik vréselijk, gefrustreerd en vooral erg dom. Hoe konden ze zo arrogant zijn. Hoe konden ze zo blind zijn voor kwalijke gevolgen van intolerantie?
Met mijn afschuw ging fascinatie gepaard. Ik moest en zou weten wat “die mensen” bezielde. Dus toen mijn scriptiebegeleider me in 2010 vroeg of ik ooit had overwogen te promoveren, zei ik: “Ja, en ik denk bij de afdeling Encyclopedie van de Rechtswetenschap.” Aan zijn blik te zien was dit een onverstandige keuze: daar zaten die vreselijke rechtse mensen. Terwijl ik dacht: als ik me enkel omring met gelijkgestemden, dan leer ik nooit wat.
Inmiddels heb ik mijn doctoraat op zak. En op wat voor onderwerp: shariaraden in het Verenigd Koninkrijk. Na een interview in het AD ontstond grote ophef, omdat ik aankaart dat de Moslimbroederschap moslimfundamentalisme in Europa aanwakkert en multiculti-elites onvoldoende ingrijpen.
Ik heb mijn onderzoek met liefde en plezier gedaan. Ook omdat de collega's op de afdeling van die geestige en intelligente mensen bleken te zijn. Er was verrassend genoeg helemaal geen groepsdruk. De beruchte rechtse afdeling van Cliteur en Ellian bestaat uit een tiental individuen met uiteenlopende overtuigingen. De discussies waren levendig en er werd veel gelachen.
Inmiddels begrijp ik dat het vooral in de linkse kringen gebruikelijk is dat je in het gelid moet blijven lopen. Bij een etentje met politiek correcte islamologen kreeg ik als jonge promovenda met moeite een hand. Dat ik was aangesloten bij de afdeling Encyclopedie was voldoende voor het gezelschap om me ernstig te wantrouwen en kortaf tegen me doen. Een Franse mevrouw naast mij was klaarblijkelijk ingeseind en zat tijdens het diner van me afgekeerd. Ik probeerde contact te maken, wat niet lukte. “Ah, kijk, poging tot intimidatie”, dacht ik. Fascinerend.
Het toppunt van linksige groepsdruk ervoer ik vorig jaar. Ik was geselecteerd voor een plek in een leiderschapsprogramma. Tijdens de introductiedagen werd een stevige linkse politieke agenda over de dertig Europese deelnemers uitgestort. De voorzitter snerpte dat een ieder “diversiteit” diende te aanvaarden: zo niet, dan was daar de deur. Het voelde even heel koud in de vergaderzaal, daarna grimaste hij. Vervolgens kregen we een cursus over de verschrikkingen van stereotypen en bias. Een mevrouw legde uit dat alle vooroordelen schadelijk zijn. En als je dat besef niet hebt, dan ben je onderdeel van het probleem en mogelijk zelfs een racist. Na een tijdje kon ik er niet meer tegen. “Uhm. Excuseer me. Denkt u niet dat stereotypen een zeer belangrijke rol spelen in het sociale verkeer? Dat als ik 's nachts ergens loop en ik zie een groepje mensen met stereotype kenmerken van overvallers dat ik dan even een blokje omloop? Of dat als ik naar een ziekenhuis ga dat ik er terecht van kan uitgaan dat iemand die dokter is en een witte jas draagt mij zal helpen?” Tegenspraak was het laatste wat ze verwachtte, had ik het idee. Haar ogen werden klein en priemden door me heen. IJzingwekkende stilte.
Man, vrouw, homo, hetero, paars, groen, dat soort diversiteit doet me niet zo veel. Ik ben ervaringsdeskundige op het gebied van ideologische diversiteit. Het is eenvoudiger om links te zijn in rechtse kringen dan om rechts te zijn in linkse kringen. Sommige mensen houden van bungeejumpen. Ik ervaar hetzelfde gevoel als ik op linkse bijeenkomsten kritische vragen stel. Geloof me, op dat soort momenten voel je echt dat je leeft.