Kan de macht van de farmaceutische industrie doorbroken worden?

Ziekenhuizen en zorgverzekeraars gaan gezamenlijk dure geneesmiddelen inkopen. Volgend jaar start een pilot met een groep kankermedicijnen. 

Dit is een belangrijke stap om medicijnen betaalbaar te houden, vindt de bestuursvoorzitter van het VU Medisch Centrum, Wouter Bos.
"Dit is heel hard nodig. De kosten voor dure geneesmiddelen stijgen ieder jaar met tien procent, terwijl het budget voor ziekenhuizen maar met één procent per jaar stijgt", legt Bos uit. 

Prijzen

De urgentie om samen te werken is daardoor groter dan ooit. "De hoeveelheid nieuwe medicijnen die de markt op komt is gigantisch. En het liefst wil je dat het beschikbaar blijft voor de mensen die het nodig hebben. Met de prijzen van vandaag de dag wordt dat steeds moeilijker."
Gerard Schouw is directeur van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen, een vereniging voor farmaceuten. Hij zegt geen prijsverlaging toe, maar roept Bos, de ziekenhuizen en het nieuwe kabinet op om de koppen bij elkaar te steken: "Laten we kijken hoe we gezamenlijk de kostenontwikkeling van medicijnen in de hand houden."
Bos: "De farmaceutische industrie is sterk en machtig. Die jongens komen thuis met winsten van 20, 30 procent en soms wel meer. Er zit dus echt lucht in die prijzen, dat moet je eruit drukken. Maar dat lukt natuurlijk niet als elke arts in zijn eentje gaat zitten te onderhandelen. Je moet de handen ineen slaan."

Macht

Dat valt reuze mee, vindt Schouw. "Bos spreekt over toegenomen kosten, maar daar zijn drie redenen voor die Bos niet noemt. Er is vergrijzing, meer mensen worden genezen door technologische vooruitgang en nieuwe medicijnen vervangen traditionele behandelingen." 
In het laatste geval zijn er volgens Schouw inderdaad de kosten van de nieuwe medicijnen, maar levert het besparing op omdat de oude niet meer nodig zijn.