Floortje Dessing en hulpverleners Rode Kruis vast in Jemen: 'Kunnen niet anders dan wachten'

Televisiemaker Floortje Dessing en hulpverleners van het Rode Kruis zitten vast in Jemenitische hoofdstad Sanaa, waar sinds enkele dagen gevochten wordt tussen de Houthi-rebellen en aanhangers van oud-president Saleh. Afgelopen nacht is de stad gebombardeerd door de internationale coalitie geleid door Saudi-Arabië.

Dessing is voor haar programma Floortje naar het einde van de wereld op bezoek bij het Rode Kruis in Jemen. Het hoofdkwartier van de organisatie staat in de wijk waar hard wordt gevochten. Merlijn Stoffels, woordvoerder van het Rode Kruis, bevindt zich met Dessings team in de schuilkelder van het hoofdkwartier.

In het NOS Radio 1 Journaal vertelt hij dat de beschietingen continu doorgaan. "Vanochtend waren er nog bombardementen te horen. Er zijn heel veel doden en gewonden, de aantallen daarvan lopen steeds verder op."

Collega's van Stoffers buiten de frontlinie zijn aan het onderzoeken of de route naar de luchthaven veilig is. Het Rode Kruis houdt daarvoor contact met alle betrokken partijen, zodat een aftocht afgestemd kan worden en veilig volbracht kan worden. "Wij kunnen nu niets anders dan wachten", vertelt hij.

'Vergeten conflict' in schijnwerpers

Het conflict in Jemen, die ruim twee jaar aan de gang is, heeft aan ruim 10.000 mensen al het leven gekost. Het conflict, dat begon met het verjagen van de Jemenitische regering door de Houthi-rebellen, is uitgedraaid op een machtsstrijd tussen de grootmachten in de regio: het soennitische Saudi-Arabië aan de zijde van de regering en het sjiitische Iran dat de Houthi's steunt.

Het 'vergeten conflict' staat met het onderduiken van Floortje Dessing volledig in de schijnwerpers. Dat is volgens Stoffels ook nodig: er zijn twintig miljoen mensen die hulp nodig hebben, waarvan tien miljoen accuut. 

"Ziekenhuizen hebben brandstof en spullen nodig voor operaties. Mensen zijn verstoken van voedsel en schoon drinkwater. Er heerst hongersnood", aldus Stoffels. De woordvoerder hoopt dat Nederland meer hulp aan het land zal leveren.