Blokhuis zwaar teleurgesteld over te lange wachtlijsten psychische hulp
- Fragmenten
- Blokhuis zwaar teleurgesteld over te lange wachtlijsten psychische hulp
Staatssecretaris Blokhuis is "zeer teleurgesteld" over de nog altijd te lange wachtlijsten voor psychische hulp. Hij zegt dat de ggz-instellingen hem hebben verzekerd dat zij de wachttijden voor de eerste behandeling voor 1 juli van dit jaar zouden terugbrengen tot maximaal veertien weken. Maar dat lijkt "te hoog gegrepen", "te ambitieus".
Volgens de staatssecretaris zijn er nog altijd mensen die "soms vele maanden" moeten wachten op hulp. Het gaat daarbij ook om mensen met zware problemen als autisme, persoonlijkheidsstoornissen en angststoornissen.
Blokhuis gaat alle betrokken partijen aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Hij schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat de oplossing niet gemakkelijk is. "Maar ik zie echt wel dat er meer kan."
Hij wil vooral dat zorgverzekeraars eerder gaan bemiddelen voor hun verzekerden als blijkt dat die psychische zorg nodig hebben. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) moet daar strenger op controleren en nalatige zorgverzekeraars zo nodig een boete geven. Ook wil dat ggz-instellingen eerder naar elkaar doorverwijzen als zij de vraag niet aankunnen. De inspectie moet er bij controlebezoeken op toezien dat zij dat ook doen en en de maximale wachttijden niet worden overschreden.
'Indringend gesprek'
Alle betrokken partijen - onder wie oud-minister Schippers - hebben vorig jaar afgesproken dat de wachtlijsten voor geestelijke gezondheidszorg moesten worden teruggebracht tot maximaal vier weken voor een intake-gesprek en maximaal veertien weken voor het begin van de behandeling. Blokhuis: "In het belang van de patiënten verwacht ik van alle betrokken partijen dat zij zich tot het uiterste inspannen. Ik roep betrokken partijen bij elkaar voor een indringend gesprek."
De NZa heeft aan het kabinet laten weten dat het niet lukt om de wachtlijsten voor 1 juli weg te werken, ook niet voor mensen met zwaardere problemen. Blokhuis zegt in een reactie dat hij er niet trots op is "dat we dit niet voor elkaar krijgen".