Fragment

Tessa Leuwsha ging met een bootje de Surinaamse rivieren op

  1. Fragmentenchevron right
  2. Tessa Leuwsha ging met een bootje de Surinaamse rivieren op

"Als we verder richting de kust gingen, kwamen we zeker droog te liggen en het zou ongeveer zes uur duren voordat de vloed weer opkwam. We hadden niets te eten bij ons en maar een paar flesjes water. In het donker zouden de muggen ons levend opeten." Het is een passage uit 'Wilde vaart', het nieuwe boek van schrijfster Tessa Leuwsha. Met haar levenspartner Sirano en een houten garnalenbootje maakte ze tijdens de coronapandemie lange tochten over de rivieren en kreken van Suriname. Daarmee gingen ze terug naar de wortels van hun bedrijf. 25 jaar geleden namen ze op hun boot toeristen mee de natuur in, langs historische plekken, naar de restanten van plantages. In 'Wilde vaart' beschrijft Leuwsha de geschiedenis van Suriname, ontmoetingen met veerkrachtige levenslustige Surinamers en de verhalen van hun voorvaderen. Zoals dat van opstandelingenleider Boni die in de 18de eeuw aan de slavernij ontsnapte en met zijn Marrons een decennialange guerrillaoorlog voerde, tegen de kolonisten.