Fragment

De wielerklassiekers staan voor de deur: over Briek Schotte en andere flandriens

  1. Fragmentenchevron right
  2. De wielerklassiekers staan voor de deur: over Briek Schotte en andere flandriens

Nog 25 dagen te gaan, weet de Belgische wielerjournalist Jonas Heyerick (hoofdredacteur Bahamontes), tot het klassiekerseizoen van start gaat. Dan staat namelijk de Omloop het Nieuwsblad op de kalender. Daarna kunnen de wielerfans week in week uit hun hart ophalen aan koersen als Gent-Wevelgem, Kuurne-Brussel-Kuurne, Dwars door Vlaanderen en de E3-prijs Harelbeke. De absolute hoogtepunten: de Ronde van Vlaanderen - ook wel de hoogmis genoemd - en een week later Parijs-Roubaix.

Heyerick is te gast in De Nieuws BV en vertelt daar samen met schrijver Herman Chevrolet over de Belgische fascinatie voor de koersen in het voorjaar. Hoe slechter de kasseistroken erbij liggen en hoe smeriger de weersomstandigheden, hoe mooier de fans het vinden. Regen, wind, sneeuw en modder en slijk op de wegen. Het zijn omstandigheden waarin de flandriens zegevieren. Flandrien. Een woord dat vaak valt als wielerfans in enthousiasme over elkaar heen buitelen en hun helden bewieroken. Nederlanders denken al snel aan Niki Terpstra, de Noord-Hollandse hardrijder die vorig jaar de Ronde van Vlaanderen op zijn naam schreef en in 2014 zegevierde op de piste van Roubaix.

Chevrolet schreef eerder een boek over het fenomeen. Hij vertelt dat flandriens honderd jaar geleden op de wielerbaan fietsten: "Met modder en slijk had dat niks van doen." Het was een term die Fransen gebruikten voor Vlaamse boerenpummels, maar de coureurs droegen het woord als geuzennaam, vertelt hij. Binnenkort verschijnt van de hand van Chevrolet het boek Briek! De laatste flandrien. Over Briek Schotte, tweevoudig winnaar van de Ronde van Vlaanderen. Een boerenzoon uit het West-Vlaamse dorpje Kanegem die zijn arme achtergrond wist te ontvluchten door koersen te winnen. Heyerick: "Briek Schotte was de oer-flandrien, met een hoofd als een kassei." Dat er volgens puristen geen echte flandriens meer rond zouden rijden, daar is hij het niet mee eens. Neem Stijn Devolder, of Volderke zoals de Vlamingen hem noemen, hij gaat in de koude maanden niet trainen in Spanje, maar blijft dicht bij huis: op de koude natte Belgische wegen.