Fragment

70 jaar na Orwell loopt bijna iedereen met een 'tiny brother' rond

  1. Fragmentenchevron right
  2. 70 jaar na Orwell loopt bijna iedereen met een 'tiny brother' rond

21 januari 1950 stierf schrijver George Orwell. In zijn klassieker 1984 schetste hij een inktzwarte dystopische toekomst met een alwetende surveillancestaat en Big Brother die in elk huis, op elke straathoek alles en iedereen in de gaten houdt via telescreens: schermen met een ingebouwde camera. 70 jaar later is smartphone zo ingeburgerd dat bijna iedereen er wel één heeft. Waar je als gebruiker vaak minder mee bezig bent, is dat die telefoon en apps precies bijhouden waar je bent en die gegevens doorspelen aan bedrijven die ze ook weer kunnen verkopen.

Of dat erg is? 
The New York Times maakte onlangs inzichtelijk hoe massaal het verzamelen van locatiegegevens gebeurt en hoe die brei aan coördinaten en tijdstippen herleid kunnen worden naar individuele burgers. Van iemand in de entourage van president Trump tot mensen die op bezoek kwamen bij acteur Johnny Depp. Waar ze werken en wonen, of ze een bezoek brachten aan een psychiatrische instelling of plekken waar veel drugs worden verkocht. De krant baseert zich op een gigantisch databestand met daarin de locatiedata van 12 miljoen Amerikanen. De bron: een niet bij name genoemd bedrijf dat zulke gegevens verzamelt en verhandelt.

In De Nieuws BV een gesprek over die praktijk, of dat wenselijk is en wat er aan te doen valt. Te gast zijn: 
Gerard Spierenburg van de Consumentenbond, D66-Kamerlid Kees Verhoeven en Jaap-Henk Hoepman, universitair hoofddocent Privacy by Design aan de Radboud Universiteit en Rijksuniversiteit Groningen.