De klanklagen van de ronde
- Nieuws
- De klanklagen van de ronde
Met bulderend geraas komt de Madriu naar beneden achter Hotel Siracusa in Escaldes-Engordany. Vanuit mijn kamer 104 had ik mooi zicht en geluid van de woeste bergrivier, aangezwollen door de regenval van de afgelopen dagen. Vlakbij links is de oude stenen boogbrug, de Pont d’ Engordany, zowat het enige authentieke oude bouwwerk dat ik heb kunnen ontdekken tijdens het Touroponthoud in Andorra.
Dat wilde water voegde zich bij andere bergrivieren die ik in de afgelopen bergfase heb meegekregen als wisselende onderstromen in het reisverhaal, goed voor de natuurlijke flow, steeds met een eigen geluid.
De Tour is in 1902 opgericht als een vehikel om gedrukte tekst te verkopen. De fotografie droeg gaandeweg steeds meer beeld bij, totdat de televisie alles begon te overheersen. Dat doet geen recht aan dat ene element dat ook elke etappe in de koers aanwezig is als een permanent van volume wisselende stroom: het geluid van de Tour. Als radiomaker heb ik daar een speciaal oor voor – vooral omdat dat geluid zo’n eigen onderdeel is van de hele dagbeleving van de Tourvolgers. De lezers en de kijkers missen op dat punt veel en goed beschouwd de lúisteraars, ook die van ons goeie oude Radio Tour de France.
Zo’n bergrivier blijft achter in zijn bedding als de Tour zich verplaats naar andere streken, door andere dorpen, naar andere steden. Voor de rustdag ging het in Spanje nog door Rialp, Montferrer en La Seu d’Urgell. Klinkende namen! Na het verlaten van Andorra voert het weer over eigen Franse grond, door Ax-les-Thermes, Tarascon-sur-Ariège, Bompas en La Bastide-de-Bousignac, tot de aankomst in Revel.
De volgers die zonder televisie in de auto onderweg zijn moeten het vooral in het eerste gedeelte van de etappe hebben van het interne radiocircuit Radio Tour, op een frequentie van 170.000 en nog wat. Dat geluid is een essentieel onderdeel van het in koers zijn, zonder de koers zelf te zien, omdat hij ergens ver weg is, zo’n twintig kilometer achter de ontvanger die vooruit rijdt. Geluid dat het onzichtbare zichtbaar maakt, al is het maar door de opsomming van rugnummers en de melding van lekke banden. De volger ziet het door te horen wat er in het dorp gebeurt waar hij net doorheen is gereden. Eerlijk: ik heb in dertig jaar meer van de koers gehoord, dan gezien.
Een volgend belangrijk onderdeel is het heuse radioverslag. Daarin blijft Radio Monte Carlo onnavolgbaar. Ze beginnen halverwege de middag en gaan door zonder ophouden, zonder muziek, zonder quizzen – indringender kan de televisie het niet in de volgauto brengen, beter kan je de Tour niet zien dan op deze radiogolven.
Als de volger niet op de omleidingsroute rijdt stuit hij onvermijdelijk op het laatst van de etappe op de reclamekaravaan waar hij met een blauw-rose volgsticker doorheen mag slalommen. Dat is de entree in de totale, kolossale kakafonie, een orkaan van volume, een akoestische bergbeek vol impulsen, binnen en buiten de auto.
Nog is het hele stelsel van geluidslagen van de Tour onderweg dan nog niet compleet. Het is er permanent, voor, tijdens en na de etappe, maar alleen in de zuidelijke Franse streken waar de Tour nu doorheen komt: het krachtige snerpen van de krekels. Ik zet er graag alle radio’s voor uit. Ik word er heel kalm van. Het is als luisteren naar een bergrivier.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Tour de Jeroen
Jeroen Wielaert is voor de dertigste keer onderweg in Frankrijk. Hij vertelt eigenzinnige omgevingsverhalen over de culturele en sportieve kruispunten van de Tour de France. Waar de Grote Ronde komt, is hij al geweest...