'Wonen in een olympisch dorp is best saai'
- Nieuws
- 'Wonen in een olympisch dorp is best saai'
Van Thessaloniki naar Athene is zoiets als van Rotterdam naar Amsterdam. De haven tegenover de hoofdstad, PAOK tegenover AEK Athene. Eén stad zonder Olympisch Stadion, en één stad met twee Olympisch Stadions. Je vliegt er in een uurtje heen, alsof het een busritje van drie zones is.
In Athene heb ik afgesproken met NOS-correspondent Conny Keessen. Ze woont en werkt er al 23 jaar en heeft alle deugden en ondeugden van de Olympische Spelen van 2004 ervaren. “Ik weet nog dat alles open lag, omdat er nieuwe metrolijnen werden aangelegd. Je zat voortdurend in de troep. Dat was niet leuk, maar het heeft ook wat opgeleverd.”
Onder- en bovengrondse lijnen, een nieuwe snelweg, vliegveld Marco Polo. De laatste Olympische Spelen in de stad hebben Athene een stuk beter ontsloten. En toch gaan Conny en ik met de taxi naar het olympisch dorp. Zo heet het nog steeds, ook al verblijven er geen topsporters meer. Het is nu een wijk voor mensen met lage inkomens.
Witte blokkendozen
Wie aan de juiste criteria voldeed, kon zich er voor inschrijven. “Een jaar na de Olympische Spelen is geloot, want er was heel veel belangstelling”, legt Conny uit. We lopen door straten met overal dezelfde witte blokkendozen met veel groen op de balkons, in tuinen en gemeenteplantsoenen. Zo zou een Vinexwijk er ook uit kunnen zien.
“Het is wel een beetje saai hier”, vertellen een jongen en een meisje bij de bushalte. “Er zijn geen winkels, geen cafés, we kunnen hier alleen wandelen.” En naar het centrum met de enige buslijn die in dit stadsdeel aandoet.
Op de stoep discussiëren buurtbewoners in plastic kuipstoeltjes over tien jaar geleden, toen alles nog spliksplinternieuw, schoon en beter was. Nu zou de wijk verloederen. “De gemeente doet helemaal niets”, klaagt een man. “Overal ligt troep en ze laten zwerfhonden los rondlopen.” Zijn buurvrouw Eleni is het niet met eens. “Het ligt ook aan ons. Mensen hier gooien lampen zelf stuk, dat is niet de schuld van de gemeente. Het komt ook doordat er nieuwe mensen bij zijn gekomen. Er is geen sociale samenhang.”
We mogen wel even bij Eleni kijken in het appartement waar ze met haar echtgenoot Jorgos en haar 46-jarige zoon Ilias woont. Ilias was taxichauffeur, maar is in de crisis zijn baan kwijtgeraakt. Een eigen huis zit er niet in. Zijn ouders behoren tot de eerste bewoners van het olympisch dorp. Jorgos heeft een hartkwaal en kwam zo in aanmerking voor het project.
Terwijl Conny in rap Grieks met de mannen aan de salontafel spreekt en Eleni in de keuken een bakje ijs voor ons schept, loop ik door het huis. Naast de woonkamer en de ruime keuken zijn er twee slaapkamers, twee badkamers en twee balkons. Het balkon aan de achterkant is meer een dakterras. “Kijk”, wijst Eleni. “De zon gaat daar zo mooi onder. Daar moet je een foto van maken.”
Domweg gelukkig in het olympisch dorp, denk ik bij mezelf. Zeker voor de honderd euro aan huur die ze per maand voor het huis moeten inleggen. Over twintig jaar zijn ze eigenaar, is de afspraak.
Baantjes trekken
Als Conny en ik teruglopen naar de taxi, komen we nog langs het zwembad waar Inge de Bruijn en Pieter van den Hoogenband goud wonnen. Nu is het dicht, maar vanaf september kan iedereen er komen zwemmen. Conny is enthousiast. "Ik ga weleens in het Hilton baantjes trekken, maar dit is een mooi zwembad en maar tien minuten van mijn huis. Wie weet, in september.” Eerst nestelt ze zich de komende twee weken voor de televisie om naar de Olympische Spelen te kijken.
Het is nog één dag tot Olympia.
Luister hier naar de reportage
Op weg naar Olympia
Acht weken lang tellen we op NPO Radio 1 af naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Dat doen we door langs verschillende Europese steden te reizen waar ooit de Spelen werden gehouden, in een estafette van verslaggevers. Deze week: van Sarajevo naar Olympia met Sandra van Steen.