De Spelen van ’84: één van de weinige mooie herinneringen van Sarajevo
- Nieuws
- De Spelen van ’84: één van de weinige mooie herinneringen van Sarajevo
Acht weken lang tellen we op NPO Radio 1 af naar de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Dat doen we door langs verschillende Europese steden te reizen waar ooit de Spelen werden gehouden, in een estafette van verslaggevers. Marielle Beers is op haar plaats van bestemming aangekomen: Sarajevo.
In Bascarsija, het oude Ottomaanse handelscentrum van Sarajevo worden tegenwoordig voornamelijk souvenirs verkocht. Tussen de zilveren koffiekannen en leren tassen stuit ik op een verzameling olympische souvenirs. Ik vraag de dame van de souvenirshop of die goed verkopen. Ze verkoopt ze voornamelijk aan Slovenen. Zij kopen ook graag iets met Vucko, het vrolijke wolfje dat de mascotte was van de Spelen.
In Sarajevo zijn nog meer aandenken aan de Spelen te vinden. In de trottoirs zie je soms nog het symbool van de Spelen en borden wijzen de weg naar voormalige olympische accommodaties. Er is zelfs een Olympisch Museum. Edin Numankadic is al sinds de oprichting in 1983 directeur. Ooit was het museum gevestigd in een historisch pand in het centrum maar dat werd tijdens de oorlog gebombardeerd.
Edin en zijn medewerkers slaagden er in het grootste deel van de collectie te redden. Tegenwoordig is die te zien in het Zetra complex. In de hoogtijdagen had het museum 8 mensen in dienst, tegenwoordig is Edin de ‘last man standing’. Maar het is wel belangrijk dat het museum bestaat, omdat het iets positiefs is. “Als je mensen vraagt naar de geschiedenis van Sarajevo dan weten ze drie dingen te noemen: de aanslag in 1914 waardoor de Eerste Wereldoorlog uitbrak, de belegering van de stad in de oorlog in de jaren ‘90 en de Olympische Spelen. Mensen moeten weten dat er ook iets leuks gebeurde in deze stad.
Zee van zerken
De bezoekers van het museum zijn voornamelijk oud-landgenoten die heimwee hebben naar die tijd. Edin leidt me rond langs de collectie. Een echte Warhol, de officiële vlag, medailles en de jas van Juan Antonio Samaranch. De voorzitter van het IOC noemde de Spelen tijdens de slotceremonie in ditzelfde Zetrastadion “de beste ooit” maar hij stal de harten van de inwoners van Sarajevo pas echt toen hij tijdens de Spelen van Lillehammer in 1994 opriep tot een staakt-het-vuren.
Hij bracht samen met Jacques Rogge een bezoek aan de belegerde stad. Edin krijgt het bijna te kwaad als ik hem vraag hoe hij dat heeft ervaren. “Het was geweldig, maar die tijd, het is beter als ik er niet aan denk.” Terwijl Edin koffie gaat zetten loop ik een rondje om het stadion. Op een voetbalveldje zijn wat jongens aan het voetballen, pal daarnaast zie ik een zee van zerken. Het is er doodstil. Ik kijk naar de data en zie dat de meest mensen tussen 1992 en 1994 zijn gestorven.
De beheerster vertelt me over de oorsprong van de begraafplaats. “Hier in dit gebied liggen 6 begraafplaatsen, van alle gezindten. Sommigen zijn al eeuwen oud. Alleen die hier vlak bij het stadion is nieuw. Deze is hier gekomen tijdens de oorlog. Er was geen plek om de doden te begraven dus toen hebben we daar een voetbalveld voor gebruikt.“
Zwijgend loop ik terug naar het stadion. Eigenlijk is het vandaag gesloten maar Edin maakt de deur voor me open. Dan sta ik opeens op de ijsbaan. De baan die onze landgenoten in 1984 weinig succes bracht. Er ligt een plasje water in. Rechts van me zie ik de toren waar in 1984 de Olympische vlam brandde, links de witte zerken. Ik ben er stil van. Dan ga ik met Edin mee naar binnen en schrijf in het gastenboek dezelfde woorden die Juan Antonio Samaranch in 1984 in ditzelfde stadion uitsprak. Hvala Sarajevo, bedankt voor deze bijzondere ervaring.