Waar Caroline van der Plas (BBB) komt, verdwijnt het jargon

Even met een boek in de tuin zitten, Van der Plas kijkt er wel naar uit. Maar het zat er afgelopen dagen niet in. "Er was deze week weinig sprake van rust. Er zijn allerlei veiligheidsmaatregelen getroffen in mijn omgeving. Dat is eigenlijk waar ik het meest mee bezig ben." Als gevolg van doodsbedreigingen zegde ze twee weken geleden alle mediaoptredens en werkbezoeken af. Het bezoek aan de NPO Radio 1-studio is weer een van haar eerste optredens buitenshuis.

Een boek dat ze iedereen kan aanraden is Tonio van A.F.Th van der Heijden. Het is "het mooiste boek" dat ze heeft gelezen en raakte haar "heel erg". "Hij schreef het zo beeldend, met zo veel gevoel, dat ik het gevoel had dat ik naast hem liep in het verhaal."

Lijdensweg

Ze leest een stuk voor en eindigt met een brok in haar keel. Ze is zelf ook moeder, en besefte tijdens het lezen des te meer: het verliezen van je kind is "het ergste dat er is". De dood maakte ze zelf ook van dichtbij mee. Haar man overleed in 2019 aan de gevolgen van alvleesklierkanker, een ziekte die ze beschrijft als "de hel op aarde". Werk geeft haar afleiding, maar weg is het verdriet nog altijd niet. "Wat ik nog steeds heel erg bij mij draag en nog steeds niet van mij af kan zetten, is de lijdensweg die hij heeft gehad."

Over werk gesproken: ze heeft een hekel aan vileine woorden gebruiken in het parlement. Liever neemt ze woorden met een kwinkslag in de mond. "Je kunt heel gemeen zeggen 'hou eens op met je vieze achterkamertjesspelletjes', maar konkelfoezen zegt het eigenlijk in één woord."

Wennen aan de taal

Ze gebruikte het in haar maidenspeech, vertelt ze. Een "heerlijk woord" noemt ze het. Het is duidelijk: hier spreekt iemand die al van jongs af aan een fascinatie heeft voor taal. Voor haar politieke carrière werkte ze in de journalistiek: bij agrarische bladen en verder terug bij de regionale kranten. Nee, ze hoefde niet te wennen aan de taal in de Tweede Kamer - het is eerder andersom. "Ik denk dat ze meer aan mijn taal moeten wennen."

Minister Kaag bijvoorbeeld, zegt ze, is nogal van het jargon. Of beter: was. "Ik zie haar nog wel eens zoeken naar een gewoon woord. Of ze excuseert zich na een Engelse term. Dus in die zin is er wel een zaadje gepland."