Binnenland

De dierentuin, een circus vol wilde dieren

foto: cc: Erno Eskensfoto: cc: Erno Eskens
  1. Nieuwschevron right
  2. De dierentuin, een circus vol wilde dieren

[NTR] Net nu de Wet tegen het houden van wilde dieren in circussen is ingevoerd, tuigde Ouwehands Dierenpark een heel circus op rond de komst van de panda’s Wu Wen en Xing Ya. De dieren werden direct na hun vermoeiende vlucht uit China al tentoongesteld op Schiphol. Een paar honderd journalisten en tal van cameraploegen verdrongen zich om de panda’s. Vervolgens verplaatste het circus zich naar Rhenen, waar de dieren binnenkort worden tentoongesteld.

Wu Wen en Xing Ya zijn door de machthebbers in China aan Nederland geleased. De deal werd gesloten tijdens een handelsmissie. Mark Rutte zelf schijnt zich ermee te hebben bemoeid. Het deed me denken aan Alexander de Grote die dieren uit verre streken haalde om zo te laten zien hoe ver zijn macht strekte. De Romeinse keizers deden het hem later na. Zij stuurden legers naar Egypte om leeuwen te scoren die vervolgens publiekelijk werden afgeslacht in het Circus Maximus. Deze vorm van machtsvertoon bleek toch wel erg duur en dus werden de dierentuinen na de Romeinen in ere hersteld. Vanaf de Renaissance brachten de machthebbers een bonte verzameling dieren uit de koloniën bij elkaar in hun ‘menagerie’. Vooral de dierentuinen van de Hollandse bankier Clifford en de Franse keizer Lodewijk de Veertiende waren fameus.

Maar toen brak de revolutie uit. Franse revolutionairen bestormden eerst de Bastille om de gevangen mensen te bevrijden en op 10 augustus 1792 trokken ze naar de menagerie van Versailles om ‘in de naam van Volk en Natuur’ te eisen dat koning Lodewijk de Zestiende ‘de schepsels hun vrijheid teruggeeft die ze hadden toen ze uit de handen van hun Schepper kwamen; schepsels die op een niet te rechtvaardigen wijze zijn vastgezet omwille van de ijdelheid en pompeusheid van tirannen.’ Je zou verwachten dat de dieren daarop werden losgelaten, maar dat gebeurde niet. De revolutionairen bevrijdden de dieren van de tirannie van de koning, maar hielden ze gewoon gevangen, deze keer uit naam van de wetenschap. De tentoonstelling van dieren diende nu niet langer het platte vermaak en machtswellust van de heersers, maar het wetenschappelijk onderzoek. In de dierentuin kon men de levende wezens in alle rust kon bestuderen.

Tot op de dag van vandaag legitimeren dierentuinen hun bestaan met verwijzing naar de wetenschap. Je moet natuurlijk wel lang zoeken voordat je onder de bezoekers een wetenschapper hebt gevonden. De meeste wetenschappers mijden de dierentuin. Dat komt omdat de fysiologie van de dieren al lang bekend is en de hokken niet erg uitnodigen tot gedragsonderzoek. De vogels kunnen er nauwelijks vliegen, de wolven lopen er slechts zenuwachtig hun zelfde rondje, ergens zit wellicht nog een eenzaam nijlpaard weg te doezelen en de ijsberen doen waar ze goed in zijn: ijsberen. Geen van deze dieren vertoont natuurlijk gedrag en dus trekken de wetenschappers liever de natuur in om de dieren in het wild te onderzoeken.

Bijkomend probleem is dat onderzoek steeds duidelijker laat zien dat dieren lijden in gevangenschap. De meeste grote dieren hebben te weinig ruimte, de omgeving is verre van ideaal en de kuddedieren zijn vaak met te weinigen. En dan blijken de dieren ook nog eens een diep verlangen te hebben om zich te verstoppen, iets wat nu juist in de dierentuin onmogelijk is. Als dierentuinen de wetenschap serieus willen nemen, dan zouden ze de dieren grotendeels uit het zicht houden, maar de dierentuin is natuurlijk geen universiteit, het is en blijft een circus. Om dit te verhullen hebben de dierentuinen een nieuw legitimiteitssausje aangemaakt: educatie. Er moet een plek zijn waar jongeren met vreemde dieren in aanraking komen, zeggen ze. Dat klinkt goed, maar als je er even over nadenkt dan besef je dat de jeugd meer leert van een goede natuurfilm dan van een bezoekje aan de dierentuin. Want wat leer je daar nu eigenlijk? Dat je een vale gier kunt houden in een hok waarin hij nauwelijks kan fladderen? Dat een olifant aan een paar vierkante meter voldoende heeft? Dat een giraf niet aan bomen hoeft te knabbelen? Dat de oehoe best alleen in een hokje kan zitten? Dat is toch geen educatie te noemen.

Het is duidelijk. Het roer moet om. Dierentuinen zouden alleen dieren moeten houden die in gevangenschap natuureigen gedrag kunnen vertonen. Je kunt dan denken aan bepaalde insecten bijvoorbeeld. Verder zou de dierentuin als asiel kunnen fungeren voor bedreigde of verweesde dieren. Maar ook hier moeten we weer oppassen. Voor je weet worden witte tijgers en panda´s over de wereld gesleept en in hokjes gepropt, terwijl het natuurlijk veel eenvoudiger en diervriendelijker is om een asiel en een fokprogramma in de regio op te zetten. We moeten er ook voor waken dat de opvang van bedreigde dieren als excuus gaat dienen voor het gevangenhouden van al die andere dieren. Laten we onze machtswellust een beetje intomen. Het uitgangspunt hoort te zijn dat dieren niet in kooitjes thuishoren, dat ze natuureigen gedrag mogen vertonen en dat ze zich kunnen verstoppen. De wilde dieren moeten dus het circus uit.

Erno Eskens is filosoof en schreef onder meer 'Democratie voor Dieren' en 'Een beestachtige geschiedenis van de filosofie'. Vanavond is hij te gast in Kwesties, om 20.00 uur op NPO Radio 1.

Ster advertentie
Ster advertentie