Fragment

Column Jelle Reumer

  1. Fragmentenchevron right
  2. Column Jelle Reumer

De natuur, in al haar lieflijkheid en amorele onbekommerdheid, is al eeuwenlang een inspiratiebron voor prachtige literatuur. Wanneer je de natuur in brede zin neemt, inclusief de voortplanting, seks, hormonen, machtswellust en natuurproducten als alcohol, tabak en andere geestverruimende stoffen die ons de botanie en het schimmelrijk verschaffen, als je dat ook allemaal meerekent, gaat eigenlijk álle literatuur over de natuur. Maar dat bedoel ik vandaag niet. Ik bedoel de natuurnatuur, waarin een libel uitsluipt uit zijn te krap geworden larvehuidje, een koolmees haar jongen voert, een slang een kikker opeet, een kastanje zijn glimmende mahoniehouten zaden loslaat en waarin de zon in woeste roodtinten in zee zakt. Een meeuw vliegt krijsend voorbij. Een edelhert burlt zijn hitsig gebrul maar je ziet hem niet. De regen drupt na in het herfstbos. In mijn stadstuintje pikt een heggenmusje de broodkruimels die na het ontbijt op het aanrecht achterbleven. Je kunt er boeken over volschrijven. En dat gebeurt dus ook.