Fragment

Oostvaardersplassen: begrip voor advies, maar kernvraag blijft onopgelost

  1. Fragmentenchevron right
  2. Oostvaardersplassen: begrip voor advies, maar kernvraag blijft onopgelost

Gematigd tevreden. Zo reageren zowel actievoerders als deskundigen op het advies van een onderzoekscommissie over de Oostvaardersplassen.

Een commissie onder leiding van oud-staatssecretaris Pieter van Geel (CDA) adviseert het aantal grote grazers voor het begin van de winter met ongeveer de helft terug te brengen tot 1100. Een groot deel van de edelherten moet volgens de commissie worden afgeschoten, omdat ze niet kunnen worden gevangen en elders ondergebracht.

"Na de presentatie van het rapport liep ik met een tevreden gevoel de deur uit", zegt Terenja Bongers. Ze is een van de initiatiefnemers van de bijvoeracties. "Ons doel was het tegengaan van onnodig dierenleed. De dieren hebben geen natuurlijke vijanden, daarom hoort populatiebeheer erbij."

"Ook ik heb gemengde gevoelens", zegt Han Olff, hoogleraar ecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is een voorstander van het huidige beheer. "De essentie van de Oostvaarderplassen is dat de natuur centraal staat. Commissievoorzitter Van Geel houdt daaraan vast, dat vind ik positief."

Natuur of cultuur?

De vraag die zich opdringt is: kan het wel, wilde natuur in Nederland? "Nee", zegt Schievink stellig. "De Oostvaardersplassen is ook nooit natuur geweest: door dieren uit te zetten bemoei je je al met de natuur."

"De inzet van grote grazers bevordert over het algemeen juist de diversiteit", repliceert Olff. Hij heeft begrip voor het besluit om een groot deel van de dieren af te schieten. "In sommige jaren, zoals 2013 sterven er nauwelijks dieren. Soms zijn dat er meer. Van Geel zegt: we handhaven dat principe, maar we schuiven het moment van sterven wat naar voren, met het oog op de maatschappelijk onrust. Wilde natuur kan gewoon in Nederland, dat vindt Van Geel gelukkig ook."